Categorie: Misterstraat

  • De Leste Stuver

    De Leste Stuver

    Misterstraat 87, Bredevoort

    Beschrijving

    De Leste Stuver (Laatste Stuiver) was ooit een herberg (1659-1980), gelegen aan de Slingebeek en langs de Hessenweg van Bredevoort naar Winterswijk. De weiden aan beide kanten van de Slingebeek behoorden tot de Leste Stuver, en stonden bekend onder de naam Ossenweide.

    Reizigers die hun geld in de stad hadden uitgegeven, konden hier hun laatste stuiver verbrassen. De herberg bood ook onderdak aan wie na sluitingstijd voor een gesloten stadspoort stond en pas de volgende ochtend verder kon reizen.

    De Leste Stuver kent ook haar eigen legendevorming:

    Ooit zouden Kozakken er hun kwartier hebben gehouden. Alle kippen in de omgeving schoten ze neer ten behoeve van hun kippensoep. Zeer waren zij gesteld op spekpannenkoek en dronken daarbij het warme vet als water. In hun brandewijn mengden zij peper. Het was winterdag, en om de huid een beetje te harden tegen de wisseling van het klimaat, hakten zij een gat in het ijs en zwommen lustig rond in het koele nat. Daarna kropen ze in een heet gestookte vlasoven om spoedig droog te zijn.

    Wij hebben deze historie van iemand, die het zelf vernomen had van een, die het misschien weten kon.

    [Bron: G.J. Meinen, Gids voor dorpen langs de Slingebeek, blz. 52]

    Archieven

    Liberale Gifte 1748

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832A-8Grades Brummelstroet, landbouwer600 m² huis, schuur en erf
    1872A-8Gerhard Christiaan Lensink, landbouwer600 m² huis, schuur en erf
    1896A-8Gerrit Hendrik Lensink,
    radmaker en landbouwer
    600 m² huis, schuur en erf
    1948A-1615Gerrit Jan Lensink, landbouwer2550 m² huis, schuur en bouwland

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.O-1022/1023
    FunctieBoerderij
    Bouwjaar1936
    Monumentnee

    Bewoning

    Blijkens vermeldingen in het Bredevoortse doopregister in 1674 en 1677 is de boerderij annex herberg “de Leste Stuver” te Bredevoort al eeuwen gelegen op ongeveer dezelfde plek. De toenmalige bewoners Arent ten Poll en Aeltjen Broeckhuijsen waren “woonende buijten de stadt op den wech na Wenterswijck in de herberge genaemt den Lesten Stuyver, toebehoordende den zaligen heer Drost Arent van Haersolte”, gelegen “bij de Ossenweijde”.

    In 1720 woonde er het echtpaar Hendrik Bennink en Jenneke Penninks alias Hennekes. Toen Jenneke in 1728 hertrouwde, werd zij vermeld als afkomstig “van den Lesten Stuijver onder Bredevoort”. Tussen 1735 en 1740 woonde er het echtpaar Wander Scholten en Stijne Oonk, dat echter terugkeerde naar Aalten.

    Het kohier van de Liberale Gifte vermeldt in 1748 als bewoner Coenraad Betting, gehuwd met Dorothea van Harksel. Ook Hendrik Benninks zoon Anthony woonde er na zijn huwelijk op 18 april 1751 met Helena Tieltjes uit Bocholt, maar overleed reeds kort daarna. Diens dochter Antonetta Bennink werd bij haar huwelijk in 1779 echter nog steeds genoemd “van den Lesten Stuver”. Waarschijnlijk woonden er oorspronkelijk twee gezinnen. In de hypotheekakte van 1766 is sprake van het “eigendommelijke halve goed den Laasten Stuiver met de daarop staande huizen”.

    [Met dank aan H. Ruessink, Bredevoort]

    Genealogie

    De genealogie van de archiefvormers begint met het echtpaar Willem Deunk en Hendrina Dierkink uit Winterswijk, dat reeds in 1760 in Bredevoort woonde. Hun zoon Jan Deunk was tevens schoolmeester in de aangrenzende Winterswijkse buurtschap Miste. Door introuwende schoonzoons kwamen achtereenvolgens de families Brummelstroete en Lensink op de Leste Stuver. Deze bewoners waren meest landbouwer en tapper van beroep. In de 19e en 20e eeuw werden de Lensinks daarnaast vooral bekend als radmakers.

    De bewoners van de Leste Stuver waren generaties lang tevens beheerders of weidewaarders van de nabijgelegen Ossenweide. Dit was een groot weidecomplex, gelegen aan weerszijden van de Slingebeek in de aangrenzende Winterswijkse buurtschap Miste, dat eigendom was van de notabele families Willink en Roelvink te Winterswijk. Hier konden de boeren uit Bredevoort en naaste omgeving vee inscharen of percelen hooigras pachten. De taken en werkzaamheden van de weidewaarder staan uitgebreid beschreven in het artikel over de Ossenweide van G.J. Lensink.

    De archieven

    Van de bewoners vóór 1760 zijn geen archivalia achtergebleven. Waarschijnlijk, omdat zij slechts tijdelijke pachters waren. Het huisarchief ontstond vermoedelijk pas, nadat de pachter zelf eigenaar was geworden, zodat huis en bescheiden vererfden op volgende generaties. Mogelijk hield de in 1766 door Willem Deunk afgesloten hypotheek verband met de aankoop van het goed.

    In het archief komen naast persoonlijke stukken diverse bescheiden voor, van oudere datum en van elders afkomstig, die door de bewoners van de Leste Stuver zijn hergebruikt. Deze waren waarschijnlijk afkomstig van boeldagen en zolderopruimingen. In vroeger tijden hadden ook de vergaderingen en openbare verpachtingen door de geërfden van het Bredevoortse Broek in de Leste Stuver plaats. Daarvan zijn geen bescheiden overgebleven. Uit overlevering is bekend, dat jarenlang bij verpachtingen in het Brook en de Ossenweide percelen werden afgebakend met staken. Voor de zichtbaarheid in het hoge gras en de ruigte werden daarop stukken papier gestoken. Deze markeringen werden gescheurd uit de aanwezige oude folianten, die destijds blijkbaar in ruime mate voorhanden waren.

    De laatste bezitter van het archief was Gerrit Jan Lensink, die als “Opa Lensink” actief was in de historische werkgroep Aalten-Dinxperlo-Wisch en in het Contactorgaan ADW publiceerde over de Leste Stuver, de radmakerij, de Ossenweide en de Slingebeek. Hij droeg de stukken omstreeks 1980 over aan ADW-bestuurslid R. Wartena, destijds archivaris te Aalten. De aanwezige stukken zijn voor zover mogelijk geordend naar de opeenvolgende generaties, die ze hebben gevormd en of gebruikt. De stukken betreffende de Ossenweide bestrijken meerdere generaties. Deze zijn, evenals de stukken zonder duidelijk verband, afzonderlijk opgenomen.

    [Bron: P. Meerdink, Aalten, 2003]

    Bewoners

    De Leste Stuver werd door meerdere gezinnen, vaak maar gedurende relatief korte tijd, bewoond, waarschijnlijk ontbreken bewoners in onderstaande overzicht.

    Eerst bekende bewoners:

    Arent ten Poll, trouwt < 1674 met
    Aeltjen Broeckhuijsen

    – –  Hiaat  – –

    Volgende bewoners:

    Hendrik (Henricus) Bennin(c)k alias Sweenen (Bocholt, 12-02-1673 – Bredevoort < 1728), trouwt (2) op 24-05-1716 in Aalten met
    Jenneken Hennekes alias Penninks alias Drommelaars (Lievelde)

    Hendrik (Henricus) en Jenneken kwamen van Zweenen in Barlo.

    Volgende bewoners weduwe en 2e echtgenoot:

    Berent te Hoppenkreijs (Lichtenvoorde, 03-11-1678 – Bredevoort < 1733), trouwt op 18-07-1728 in Bredevoort met
    Jenneken Hennekes alias Penninks alias Drommelaars (Lievelde)

    Volgende bewoners weduwe en 3e echtgenoot:

    Gerrit Ni(eu/j)hof alias Welvaert (Lievelde), trouwt op 25-10-1733 in Bredevoort met
    Jenneken Hennekes alias Penninks alias Drommelaars (Lievelde)

    Gerrit en Jenneken vertrokken naar ‘Den Welvaart‘.

    Volgende bewoners:

    Wander Scholten (Aalten, 11-08-1715 – Lintelo, 01-02-1794), trouwt op 23-04-1735 in Aalten met
    Stijne Oonk (Aalten, 25-08-1709 – Lintelo < 1756)

    Volgende bewoners:

    Teube Kro(o)senbrink alias Hutter Teube (Winterswijk, 17-12-1719 – Bredevoort, 23-05-1804), trouwt op 10-08-1743 in Winterswijk met
    Geertruit Klumpers (Winterswijk, 25-09-1718 – Bredevoort, 07-11-1798)

    Volgende bewoners:

    Coenraet Betting(k) uit Laer, trouwt op 08-04-1742 in Sassenheim met
    Dorothea van Harxen (Lichtenvoorde, 11-09-1718 – Bredevoort, 06-05-1794)

    Coenraet en Dorothea kwamen rond 1743/’44 op ’De Leste Stuver’.

    Volgende bewoners zoon van Hendrik (Henricus) en Jenneken en schoondochter:

    Ant(h)onij Bennink (Bredevoort, 09-08-1720 – Bredevoort, 1752), trouwt op 18-04-1751 in Bredevoort met
    Helena Tielkes / Tieltjes alias Bekink (Bocholt, 09-07-1720 – Bredevoort, 24-12-1794)

    Volgende bewoners weduwe en 2e echtgenoot:

    Coenraet ten Have (Lichtenvoorde, 16-10-1729 – Bredevoort, 20-10-1806), trouwt op 20-07-1753 in Bredevoort met
    Helena Tielkes / Tieltjes alias Bekink (Bocholt, 09-07-1720 – Bredevoort, 24-12-1794)

    Coenraet en Helena vertrokken naar Coenraad in Bredevoort.

    Volgende bewoners:

    Willem Deunk (Winterswijk, 20-04-1732 – Bredevoort, 04-07-1794), trouwt op 11-04-1759 in Winterswijk met
    Hendrina Dierkink (Winterswijk, 02-02-1735 – Bredevoort, 24-02-1810)

    In 1771 betaalde Willem Duenk de verponding van den halven Lestenstuiver (Maandcedullen Verpondingsboek 1771).

    Volgende bewoners:

    Arent Meijerinck (Aalten, 14-12-1727 – Bredevoort, 02-12-1797), trouwt (1) op 07-09-1748 in Bredevoort met
    Wilmina Wamerlink (Winterswijk, 27-02-1707 – Bredevoort, 23-06-1778)

    In 1771 betaalde Arent Meijerink de verponding van den halven Lestenstuiver (Maandcedullen Verpondingsboek 1771).

    Volgende bewoners, dochter van Coenraet en Helena en schoonzoon:

    Derk Hendrik ter Maat (Bredevoort – Bredevoort, 26-11-1794), trouwt op 01-05-1785 in Bredevoort met
    Dor(e/a) ten Have (Bredevoort, 27-04-1755 – Bredevoort, 09-05-1836)

    Dor(e/a) vertrok na het overlijden van haar man naar Coenraad in Bredevoort waar haar vader woonde.

    Volgende bewoners zoon van Willem en Hendrina en schoondochter:

    Jan Deunk (Bredevoort, 13-07-1766 – Bredevoort, 13-06-1812), trouwt op 24-06-1787 in Bredevoort met
    Beerndeken / Berendina Meenk alias Ubbink (Winterswijk, 27-03-1746 – Bredevoort, 24-03-1809)

    Volgende bewoners:

    Jan (K/C)lomp(e)s (Winterswijk, 13-09-1750 – Bredevoort, 12-09-1809), trouwt op 25-07-1790 in Winterswijk met
    Anna C(at)ha(t)rina te Haveste / te Hoffeste / te Hofstede (Winterswijk, 13-01-1751 – Bredevoort, 23-05-1817)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Bredevoort 15

    Gradus Brummelstroete (Kotten, 14-01-1782), rademaker
    Anna Catharina Duenk (Bredevoort, 04-06-1788)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 4

    Gradus Brummelstroete (Kotten, 14-01-1782), rademaker
    Anna Catharina Duenk (Bredevoort, 04-06-1788)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 3

    Gradus Brummelstroete (Kotten, 14-01-1782), rademaker
    Anna Catharina Duenk (Bredevoort, 04-06-1788)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 3

    Gradus Brummelstroete (Kotten, 14-01-1782), rademaker
    Anna Catharina Duenk (Bredevoort, 04-06-1788)

    Volgende bewoners:

    Gerhard Christiaan Lensink (Bredevoort, 28-03-1824), landbouwer
    Hanna Berendina te Brummelstroete (Bredevoort, 19-09-1824)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 2

    Gerhard Christiaan Lensink (Bredevoort, 28-03-1824), landbouwer
    (1) Hanna Berendina te Brummelstroete (Bredevoort, 19-09-1824)
    (2) Johanna Gesina te Kolstee (Miste, 24-04-1839)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 3

    Gerhard Christiaan Lensink (Bredevoort, 28-03-1824), landbouwer
    Johanna Gesina te Kolstee (Miste, 24-04-1839)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 184

    Gerhard Christiaan Lensink (Bredevoort, 28-03-1824), landbouwer
    Johanna Gesina te Kolstee (Miste, 24-04-1839)

    Volgende bewoners, (stief)zoon en schoondochter:

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 179 > 196

    Gerrit Hendrik Lensink (Bredevoort, 31-01-1865), landbouwer / wielenmaker
    Catharina te Kronnie (Woold, 03-10-1874)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 196 > 186

    Gerrit Hendrik Lensink (Bredevoort, 31-01-1865), landbouwer
    Catharina te Kronnie (Woold, 03-10-1874)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 186 > Winterwijkschestraat 87

    Wed. G.H. Lensink

    Adresboek 1967

    Misterstraat 87

    G.H. Lensink
    G.J. Lensink

  • Den Diek (Diekman)

    Den Diek (Diekman)

    Misterstraat 68, Bredevoort

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832A-375Wed. Jan Berend Bennink, te Winterswijk860 m² huis, schuur en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Bredevoort 10

    Cornelis Meijnen (Bredevoort, 02-02-1793), trouwt op 30-04-1814 in Bredevoort met
    Janna Geertruid Hoorneborg (Aalten, 04-12-1790)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 6

    Cornelis Meijnen (Bredevoort, 02-02-1793)
    Janna Geertruid Hoorneborg (Aalten, 04-12-1790)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Gerrit Jan Meinen (Bredevoort, 19-03-1819), trouwt op 05-04-1850 in Aalten met
    Al(e)ida Houwers (Barlo, 13-09-1822)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 6

    Gerrit Jan Meinen (Bredevoort, 19-03-1819)
    Al(e)ida Houwers (Barlo, 13-09-1822)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 6

    Gerrit Jan Meinen (Bredevoort, 19-03-1819)
    Al(e)ida Houwers (Barlo, 13-09-1822)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 5

    Gerrit Jan Meinen (Bredevoort, 19-03-1819)
    Al(e)ida Houwers (Barlo, 13-09-1822)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 6

    Gerrit Jan Meinen (Bredevoort, 19-03-1819)
    Al(e)ida Houwers (Barlo, 13-09-1822)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 187

    Gerrit Jan Meinen (Bredevoort, 19-03-1819)
    Al(e)ida Houwers (Barlo, 13-09-1822)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Jan Gerhard Meinen (Bredevoort, 02-10-1844), trouwt op 07-09-1876 in Aalten met
    Gesiena ten Bokkel (Miste, 25-12-1853)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 174 > 191

    Jan Gerhard Meinen (Bredevoort, 02-10-1844)
    Gesiena ten Bokkel (Miste, 25-12-1853)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 191 > 182

    Jan Gerhard Meinen (Bredevoort, 02-10-1844)
    Gesiena ten Bokkel (Miste, 25-12-1853)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Gerrit Jan Meinen (Bredevoort, 15-09-1881), trouwt op 03-05-1907 in Winterswijk met
    Mina Hendrika Assink (Miste, 29-01-1882)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 182 > Winterswijkschestraat 68

    G.J. Meinen

    Adresboek 1967

    Misterstraat 68

    G.H. Hoefman
    G.J. Hoefman

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.O-1498
    FunctieBoerderij
    Bouwjaar1900
    Monumentnee
  • Coenraad

    Coenraad

    Misterstraat 85, Bredevoort

    Beschrijving

    De oudste nog bestaande delen van de boerderij zijn in de tweede helft van de 18e eeuw gebouwd. Het woonhuis en de verlenging van de deel zijn in 1906 gebouwd. Tevens is de rechter schuur op stevige karren aan één stuk van de voorzijde van het nieuwe woonhuis naar rechtsachter de deel verplaatst. Deze schoppe is tegen de al bestaande schuur aan gebouwd.

    In het boek Nazareth van Jos Wessels staat dat er in 1780 een Coenraad ten Have woonde op deze boerderij, vandaar de naam. Een dochter van hem, Dora, trouwde in 1785 met Derk Hendrik ter Maat. Daar weer een dochter van, Theodora, trouwde met Jannes te Molder uit Zieuwent.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832A-389Janus te Molder, landbouwer870 m² huis, schuur en erf

    Bewoners

    Eerst bekende bewoners:

    Coenraad ten Have (Lichtenvoorde, 16-10-1729), trouwt op 20-07-1753 in Bredevoort met
    Helena Tieltjes (Bocholt), weduwe van Antonij Bennink

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Derk Hendrik ter Maat (– Bredevoort, feb. 1794)
    Dora ten Have (Bredevoort, 27-04-1755 – Aalten, 09-05-1836)

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Bredevoort 11

    Dora ten Have (Bredevoort, 27-04-1755 – Aalten, 09-05-1836)

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Jannes te Molder (Zieuwent, 06-05-1787), trouwt op 02-09-1820 in Lichtenvoorde met
    Antonetta ter Maat (Kruiskapel, 18-08-1789), d.v. Derk Hendrik ter Maat en Dora ten Have

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 5

    Jannes te Molder (Zieuwent, 06-05-1787)
    Antonetta ter Maat (Kruiskapel, 18-08-1789)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 5

    Jannes te Molder (Zieuwent, 06-05-1787)
    Antonetta ter Maat (Kruiskapel, 18-08-1789)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 5

    Jannes te Molder (Zieuwent, 06-05-1787)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Derk Hendrik te Molder (Bredevoort, 20-10-1823)
    (1) Johanna Jacoba Schilderink (Vragender, 04-05-1835)
    (2) Grada Johanna Bouwman (Meddo, 03-01-1838)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 3

    Derk Hendrik te Molder (Bredevoort, 20-10-1823)
    Grada Johanna Bouwman (Meddo, 03-01-1838)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 4

    Derk Hendrik te Molder (Bredevoort, 20-10-1823)
    Grada Johanna Bouwman (Meddo, 03-01-1838)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 185

    Derk Hendrik te Molder (Bredevoort, 20-10-1823)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 176 > 193

    Derk Hendrik te Molder (Bredevoort, 20-10-1823)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Johannes Jacobus te Molder (Bredevoort, 08-03-1869)
    Maria Fredrika Elsinghorst (Meddo, 12-04-1872)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 193 > 187

    Johannes Jacobus te Molder (Bredevoort, 08-03-1869)
    Maria Fredrika Elsinghorst (Meddo, 12-04-1872)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 187 > Winterswijkschestraat 85

    J.J. te Molder

    Adresboek 1967

    Misterstraat 85

    Mej. G.J.A. te Molder

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.O-617
    FunctieBoerderij
    Bouwjaar1912
    MonumentRijksmonument
  • Villa Maria

    Villa Maria

    Misterstraat 4 (a), Bredevoort

    Beschrijving

    Het Jugendstilpand ‘Villa Maria’ aan de Misterstraat 4(a) is begin vorige eeuw gebouwd in opdracht van textielfabrikant J. Müter, compagnon van Josephus van Eyck. Het ontwerp is van de Winterswijkse architect J.J. Post. In 1915 werd de villa aan de linkerzijde voorzien van een kantoorgedeelte in dezelfde stijl.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1898A-1142de Firma J. van Eijk4215 m² stoomfabriek en erf
    1910A-1142Johannes Henricus Josephus Müter,
    fabrikant
    4215 m² huis, stoomfabriek,
    tuin en erf
    1935A-1591N.V. J. van Eijck en Co.’s Bontweverijen5210 m² 2 huizen, fabriek, erf
    1957A-1798N.V. “Delicatessen Industrie Aparta”6390 m² textielfab., huis en tuin
    1974A-1798N.V. “Nederlandse Apparatenfabriek Rivièra”6390 m² huis, tuin, textielfabriek

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 169/1 > 184

    Johannes Jacobus Marinus Müter (Amsterdam, 19-05-1877), fabrikant J. van Eyck & Co.
    Christina Anna Maria Fol (Breda, 20-08-1882)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 184 > 169

    Johannes Jacobus Marinus Müter (Amsterdam, 19-05-1877), fabrikant
    Christina Anna Maria Fol (Breda, 20-08-1882)

    Bredevoort 184/1 > 169a

    Petronella Johanna Janssen (Geertruidenberg, 02-10-1839), wed. Hendrikus Jacobus Fol

    Adresboek 1934

    Bredevoort 169 > Winterswijkschestraat 4

    P.H. Louwers

    Bredevoort 169a > Winterswijkschestraat 4a

    K. Commandeur

    Adresboek 1967

    Misterstraat 4

    Kantoor

    Misterstraat 4a

    B.J. Bloemendal

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.A-2515
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1908
    ArchitectJ.J. Post
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Nieuw Vierakker

    Nieuw Vierakker

    Misterstraat 17, Bredevoort

    Beschrijving

    Deze villa in Jugendstil is rond 1910 gebouwd in opdracht van textielfabrikant Petrus Joseph Marie (Piet) Sevink (1885-1960). Hij was gehuwd met Catharina Theodora Maria (Cato) Hulshof (1886-1954). De villa is vernoemd naar de plaats waar Piet vandaan kwam: Vierakker.

    Na de familie Sevink woonde onder andere meester Van Velden in het pand. De familie Piek woonde al eens een tijdje op de bovenverdieping. Tot 2016 werd de villa bewoond door de familie Van der Geest.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 185/1 > 216

    Petrus Josephus Marie Sevink (Bredevoort, 05-08-1885), fabrikant
    Catharina Theodora Maria Hulshof (Lichtenvoorde, 25-05-1886)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 216 > Winterswijkschestraat 17

    P.J.M. Sevink

    Adresboek 1967

    Misterstraat 17

    W. v. Velden
    J.G. Wechgelaer

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.A-1595
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1913
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • J. van Eijck & Co.

    J. van Eijck & Co.

    Misterstraat 2, Bredevoort

    Beschrijving

    De firma J. van Eijck & Co. is een voormalige weverij in Bredevoort, gelegen aan de Misterstraat, net voorbij de Munsterbrug en aan de Slingebeek (rechts op bovenstaande foto). Deze weverij speelde een belangrijke rol in de textielindustrie van Bredevoort.

    Het bedrijf werd rond 1867 opgericht door Josephus Godefridus Henricus van Eijck, geboren in Helmond en van oorsprong afkomstig uit een familie uit Sint-Niklaas, België. In Bredevoort werd hij kortweg ‘Sjef’ genoemd. J. van Eijck & Co. was de tweede textielfabriek in Bredevoort. Bij de eerste fabriek, van H. van Eijck & Zoon, werd intussen gestaakt. Hoewel de staking eind januari was beëindigd, werd het 25-jarig jubileum van die fabriek slechts sober gevierd door de werknemers.

    Na het overlijden van Josephus G.H. van Eijck in 1898 nam zijn vrouw, Hendrika Maria Kavelaar, de leiding van het bedrijf over. Zij benoemde de broers Henricus en Johannes Müter tot directeuren. Johannes Müter liet de monumentale Villa Maria bouwen, gelegen naast de fabriek (ook op bovenstaande foto te zien). Na de dood van Hendrika Maria Kavelaars zetten de broers het bedrijf voort. Ondertussen was een deel van het oude familiebedrijf in handen gekomen van A. Ubbink uit Bredevoort.

    Vermoedelijk heeft Sjef van Eijck geprobeerd dit deel van het familiebezit terug te verwerven en is daar anno 1893 in geslaagd, zoals blijkt uit akten met betrekking tot de familie Ubbink. Na het overlijden van Sjef in 1898 werd de firma ‘J. van Eijck & Co.’ op contractbasis voortgezet door zijn weduwe, H.M. Kavelaars, samen met vennoot J.H.J. Müter, voor een periode van tien jaar.

    Na een periode van leegstand werd het gebouw in 1956 in gebruik genomen door het bedrijf Aparta, dat er een snoepfabriek vestigde. Later huisvestte het gebouw onder meer een dozenfabrikant, een Coca-Colafabriek, een groothandel in hangsloten en de bontweverij/tuftingfabriek van Jos Rusink. In 1993 werd het complex door brand verwoest, waarmee een markant gebouw uit het stadsbeeld verdween.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1868A-867Jean Leander van Eijck1645 m² stoomfabriek, weverij en erf
    1898A-1142de Firma J. van Eijck4215 m² stoomfabriek en erf
    1910A-1142Johannes Henricus Josephus Müter,
    fabrikant
    4215 m² huis, stoomfabriek,
    tuin en erf
    1935A-1591N.V. J. van Eijck en Co.’s Bontweverijen5210 m² 2 huizen, fabriek, erf
    1957A-1798N.V. “Delicatessen Industrie Aparta”6390 m² textielfab., huis en tuin
    1974A-1798N.V. “Nederlandse Apparatenfabriek Rivièra”6390 m² huis, tuin, textielfabriek

    Adresgeschiedenis

    Adresboek 1967

    Bredevoort 168 > Winterswijkschestraat 2

    Fabriek

    Adresboek 1967

    Misterstraat 2

    Fabriek “Aparta”

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.A-2520
    FunctieTextielfabriek
    Oprichting1867
    Sluiting> 1934
  • H. van Eijck & Zoon

    H. van Eijck & Zoon

    Misterstraat 39, Bredevoort

    Beschrijving

    De firma H. van Eijck & Zoon werd in 1834 opgericht door Henricus van Eijck (Helmond, 02-04-1780 – Sint-Niklaas (B), 08-04-1846). Het was de eerste textielfabriek in Bredevoort. Aanvankelijk kreeg Van Eijck geen toestemming van de Nederlandse Handel Maatschappij, maar door persoonlijk ingrijpen van koning Willem I kwam die toestemming alsnog.

    Henricus kwam uit Sint-Niklaas (België) met zijn familie, omdat daar de textielindustrie stagneerde in verband met de Belgische Opstand die in 1830 was uitgebroken. Doordat die toestand zich bleef voortslepen zagen veel Belgische fabrikanten de oplossing door zich te vestigen in noord-Nederland.

    De Bredevoorters waren dankzij de huisnijverheid niet onbekend met weven, desalniettemin liet Van Eijck meesterknechten uit België overkomen. De eersten vertrokken al spoedig naar Doetinchem, Peter Lavinus van den Broek, bleef met vrouw en kinderen tot zijn dood in Bredevoort wonen.

    Ontwikkeling

    De fabriek stond aan de Misterstraat, ter hoogte van de Bekendijk. H. van Eijck & Zoon was een weverij voor met name katoen. Bij de aanvang werd gewerkt met een stoommachine van 4 pk en een ketel. Het hoogtepunt werd bereikt in 1839 toen hier 225 wevers werkten. Het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog veroorzaakte een dip in de activiteiten, omdat de import van Amerikaans katoen praktisch stil kwam te liggen. In 1865 kwam er echter een opleving en twee jaar later werd er een stoommachine aangeschaft. In 1878 kwam het bedrijf stil te liggen, doordat de vrouw van Jean Leander van Eijck overleed.

    Mogelijk is er een ruzie over de erfenis ontstaan, want nog datzelfde jaar werd er een nieuwe fabriek geopend. De helft van het oorspronkelijke familiebedrijf werd aangekocht door Josephus Godefridus Henricus (‘Sjef’) van Eijck en met zijn vennoot J.H.J. Müter uit Amsterdam voortgezet onder de firmanaam J. van Eijck & Co.

    Stakingen

    In januari 1903 brak een staking uit, nadat bekendgemaakt werd dat werknemers niet langer meer op de vloer mochten spugen richtte men een afdeling van de vakbond Unitas op. In Aalten bleken de fabrieksarbeiders van de pijpen- en kammenfabriek solidair te zijn en stortten 30 gulden in de stakingskas. Eind januari was de staking voorbij.

    In september 1903 waren er wederom grimmige stakingen rondom de uitbetaling van salaris in Nederlands geld, waar de werknemers gewoonlijk in Duits geld uitbetaald kregen. Vanaf 1 oktober legden de arbeiders het werk neer. Voorzitters van de vakbond Unitas waren onder anderen predikant Johan Henri Ledeboer, pastoor Joannes Mulder en W.W.M. Moll. Het bedrijf negeerde de staking en wierf nieuwe arbeiders. De politie moest ingrijpen om de stakers en de ‘vreemde werknemers’ te scheiden. Burgemeester W.C. Tack liet de politie ingrijpen toen tijdens het Volksfeest van Bredevoort een spotlied ten gehore werd gebracht.

    Eind december werden 109 ruiten van de fabriek ingegooid. Op 15 januari 1904 moesten dertien mensen zich in Groenlo voor de kantonrechter verantwoorden voor het zingen. Een week later nog een viertal. De boete bedroeg 5 gulden of twee dagen hechtenis. Twee personen werden vrijgesproken. Na een jaar staken had de helft van de stakers intussen een andere baan gekregen, de rest ontving ondersteuning uit de stakingskas. Het is onbekend of de stakers ooit zijn teruggekeerd. Na 17 maanden was de staking in elk geval voorbij. Na de staking werkten er nog maar 10 mannen en 10 jongens.

    Sluiting

    In 1905 werkten er bij H. van Eijck & Zoon 29 mannen, 6 jongens en 5 meisjes. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verving Van Eijck de 8 pk machine voor een 45 pk machine, later nog vergroot tot 60 pk. Begin 1924 sloot de fabriek. Dutch Button Works kocht het complex, en maakte er een knopenfabriek van.

    J. van Eijck & Co. heeft nog bestaan tot in de Tweede Wereldoorlog.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.A-2623
    FunctieTextielfabriek
    Oprichting1834
    Sluiting1924

    Bronnen

    • Delpher
    • ‘Bredevoort een Heerlijkheid’, Staring Instituut, 1988 (ISBN 90-900213-5-3)
    • ‘Ne göpse vetelsels ovver Aalten en Brevoort’, v.v. Volkshuisvesting, 1984
    • Wikipedia
    • Kadastrale kaart
  • Dutch Button Works

    Dutch Button Works

    Misterstraat 39, Bredevoort (herbestemd)

    Dutch Button Works was een knopenfabriek in Bredevoort die vanaf 1884 tot 1976 heeft bestaan. In de hoogtijdagen werkten er circa 270 mensen bij dit bedrijf, ten tijde van de sluiting nog ongeveer 44 mensen.

    Hoornindustrie

    In Nederland bestonden in de 19e eeuw al enkele knopenindustrieën. De oudste op dit gebied ontstond in 1815, maar dat betrof voornamelijk stofknopen, in het bijzonder van linnen. In Duitsland en Engeland waren rond 1900 bedrijven ontstaan die uit hoorn knopen produceerden. Met dat voorbeeld voor ogen begon Willem te Gussinklo in het jaar 1905 met het maken van hoornen knopen. Dat was een primeur voor Nederland, de eerste fabriek van buffelhoornen knopen. Al snel kwam zoon Willem te Gussinklo jr. (Piepkes Willem) in de firma, die zich ontwikkelde als innovatief ondernemer.

    De eerste fabriek van Te Gussinklo stond aan ’t Dal in Aalten, de tegenwoordige Willemstraat. De productie was aanvankelijk uitsluitend handwerk en de knopen werden één voor één gemaakt. Vanwege de toenemende vraag naar knopen kocht hij in 1924 de oude weverij van Van Eijck in Bredevoort. Daar ging de productie van knopen van start.

    Bredevoort had toen ook nog een station. Zo nu en dan arriveerde daar een wagonlading horens, afkomstig uit India en bestemd voor de Bredevoortse knopenindustrie. Naarmate de jaren verstreken werd de fabricage van knopen steeds meer gemechaniseerd. Met door eigen technici vervaardigde machines werd het product toen ten dele of geheel automatisch vervaardigd. Van het hoorn zaagde men schijfjes, rondellen genoemd. Hiervoor werd zowel het hoorn uit de massieve punten van buffelhoorn gebruikt, alsook de holle gedeelten ervan.

    Export

    De export van de knopen was van groot belang. De uitvoer was voornamelijk gericht op de Engelssprekende landen Engeland, Ierland en Noord-Amerika, waar Dutch Button Works een goede naam had. De knopen die men maakte waren tot in de jaren twintig van de vorige eeuw uitsluitend bestemd voor herenkostuums. Toen echter in de crisistijd van begin jaren dertig de vraag verminderde, werden als compensatie daarvoor ook damesknopen in productie genomen, nagenoeg gelijktijdig met het maken van benen knopen. De benen knopen waren voor onderkleding bestemd. Maar behalve knopen, fabriceerde men in Bredevoort ook wandelstokken. Dat wil zeggen: de knop of greep en de punt werden uit hoorn gemaakt.

    Een aantal jaren nadat de kammenfabriek Ten Dam & Manschot uit Aalten was opgeheven nam DBW ook de productie van kammen ter hand. In de Tweede Wereldoorlog is men ook overgegaan op het verwerken van inlands hoorn. Behalve knopen waren asbakken en vogels favoriete werkstukken. Van hertshoorn vervaardigde men knopen voor de zogenaamde jagersjassen en van schijven hertshoorn maakte men kleine asbakjes of kaarsenstandaards op een voet van palissanderhout.

    Voor de oorlog had DBW ook vestigingen in Duitsland: in Berlijn en Bocholt. Na 1945 beleefde DBW een hoogtepunt, De derde generatie, W.A. te Gussinklo was in de directie gekomen. Er was veel vraag naar knopen. Veel thuiswerkers hielden zich bezig met het opnaaien van knopen op kaarten. De hoornen knopen vonden hun weg naar de confectiefabrieken. De vertegenwoordiger ging op pad met een colbert, dat van diverse aan elkaar genaaide stukjes stof was samengesteld, een veelkleurig model. Op elk stukje stof waren de voor die stof meest geschikte knopen genaaid.

    In 1959 werd het 75-jarig bestaan van het bedrijf herdacht. Het aantal werknemers was toen ruim honderd, uitgezonderd de thuiswerkers, Door de steeds verder doorgevoerde automatisering kwam men met minder mensen toch tot een hoge omzet. In de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw werd het hoorn verdrongen door de kunststof. In 1963 nam de directie van DBW samen met een Engelse knopenfabriek de grootste knopenfabriek in Duitsland over.

    Neergang

    Een zware slag trof het bedrijf toen in 1968 de directeur W.A. te Gussinklo op 51-jarige leeftijd overleed, een half jaar eerder dan zijn vader. Hij werd opgevolgd door zijn vrouw B.A. te Gussinklo-Zandbergen. Toen haar zoon H.J. Gussinklo Ohmann een jaar later zijn studie aan de technische hogeschool in Eindhoven voltooid had, kwam ook deze in de directie. Het productiesysteem was toen geheel gericht op de kunststof knopen. Omstreeks 1960 was men tot het zelf produceren daarvan overgegaan (polyester). Het bleek echter op den duur uiterst moeilijk om te kunnen blijven concurreren. Met veel inzet trachtte men het bedrijf gaande te houden. Maar in 1976 zag men zich genoodzaakt tot sluiting van de DBW over te gaan.

    De gemeente Aalten kocht het complex in 1977 en het werd doorverkocht aan de firma’s Van Wezel en Voltman-Riviera. Later was hier vele jaren lang autobedrijf Albert ten Bruin gevestigd.

    Herbestemming

    Op een gemeentelijke informatieavond in juli 2008 hield de Vereniging Bredevoorts Belang een pleidooi voor het behoud en herstel van dit karakteristieke gebouw. Bredevoorts Belang: “Dit pand is het enige overgebleven, tastbare en zichtbare, ongeschonden industrieel erfgoed dat Bredevoort nog bezit en daarom de Bredevoorters nog steeds de mogelijkheid verschaft te verwijzen naar zijn uitgebreide en langdurige textielgeschiedenis. Het nog in originele staat verkerend fabrieksgebouw heeft een markante, fraaie voorgevel voorzien van de typerende elementen die horen bij een industrieel pand gebouwd in het derde kwart van de negentiende eeuw.” De niet-monumentale delen werden in 2019 gesloopt. In het monumentale gebouw zijn woningen en een supermarkt gerealiseerd.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.A-2623
    FunctieKnopenfabriek
    Oprichting1884
    Sluiting1976
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Vinkenburg

    Vinkenburg

    Misterstraat 44, Bredevoort

    Beschrijving

    Het huis werd gebouwd in de zogenaamde um 1800-bouwstijl in opdracht van August Sevink. Hij was een zoon van Herman Albert Sevink uit Warnsveld, en Catherina Poulina van Eijck, dochter van textielfabrikant Van Eijck. Daarmee is het huis een zichtbaar onderdeel van de sociaal economische textielgeschiedenis van Bredevoort.

    Het huis heeft aan de voorzijde opvallende ramen die met een katrolsysteem te openen zijn. Zo kon men niet zoals bij “gewone huizen” uit het raam hangen, dat vond men ordinair. Ook nog aanwezig is het originele belsysteem waarmee dienstbodes opgeroepen konden worden. Boven de ingang van het huis is in glas in lood het wapen van Rotterdam aangebracht, dit verwijst naar de Rotterdamse wortels van Henriette van der Meulen, waarmee August Sevink in 1915 trouwde.

    Piet en Fenny de Heus werden in 2004 eigenaar van het pand, en hebben het bijna volledig in eigen beheer het pand in oude stijl teruggebracht, inclusief het behang, en wonnen daarmee in 2008 de monumentenprijs van de gemeente Aalten.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 190/3 > 181

    Augustinus Josephus Marie Sevink (Bredevoort, 03-01-1887), fabrikant
    Hendrina Marie van der Meulen (Rotterdam, 01-07-1892)

    Zij vertrekken in mei 1922 naar Bocholt.

    Volgende bewoners:

    Bredevoort 181

    Gerhard Willem Schreurs (Kotten, 02-11-1883), boomkweeker
    Bertha Geertruida Stegeman (Winterswijk, 23-02-1887)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 181 > Winterswijkschestraat 44

    G.W. Schreurs

    Adresboek 1967

    Misterstraat 44

    G.W. Schreurs
    B.J.H. te Veele

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.O-643
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1915
    MonumentGemeentelijk
    monument