In het voormalige gebouw van de Coöperatieve Landbouwvereniging (CLV) aan de spoorlijn Arnhem-Winterswijk was jarenlang jeugdcentrum i’Varca gevestigd. Dit centrum was vroeger een begrip in Lintelo en omstreken en trok wekelijks honderden bezoekers.
Het begin
Begin jaren ’70 waren er verschillende zogenaamde “kippenhokdisco’s” waar jongeren bij elkaar kwamen. Bij een groep jongeren in Lintelo ontstond echter het idee om een groter jeugdcentrum op te richten, dat toegankelijk zou zijn voor meer jongeren uit de regio.
In 1973 verleende de gemeente Aalten toestemming om de leegstaande, voormalige kleuterschool achter Gebouw Wilhelmina aan de Schooldijk in te richten als jeugdcentrum. Vrijwilligers uit Lintelo werkten samen om het gebouw om te bouwen tot een sfeervolle ruimte met onder andere een bar, een geluidsinstallatie en een biljart. In april 1974 werd het centrum geopend onder de naam i’Varca (Grieks voor “De Ark”).
Het jeugdcentrum trok al snel veel bezoekers, maar door de toenemende populariteit en de slechte staat van het gebouw werd een verhuizing noodzakelijk.
CLV-gebouw
Eind 1976 kwam de voormalige maalderij ’t Halt aan de Halteweg in Lintelo beschikbaar. Dit gebouw, rond 1928 gebouwd voor de Coöperatieve Landbouwvereniging (CLV), diende destijds als overslagplaats bij het spooremplacement. Goederen konden vanaf het rangeerspoor op het losperron van het gebouw worden gelost. De leden van de vereniging, de boeren, kregen bericht zodra er een lading kunstmest, landbouwmachines of kolen was gearriveerd. Later was het gebouw in gebruik bij de Firma Brethouwer, die er plastic flessen produceerde voordat het bedrijf naar het industrieterrein van Aalten verhuisde.
Voordat de loods van de CLV werd gebouwd, stond er van ca. 1920 tot 1928 een gebouw van de GOLS dichter bij de spoorlijn. Vermoedelijk verdween deze bij de aanleg van het rangeerspoor.
Verhuizing
De gemeente Aalten steunde het plan van i’Varca om naar ’t Halt te verhuizen. De Stichting voor Sociaal-Cultureel Werk in Aalten (SCWA) kocht het pand en verhuurde het aan i’Varca.
Het nieuwe jeugdcentrum kreeg drie zalen: een filmzaal, een ontmoetingsruimte met bar, en een bovenzaal met biljart en leeshoek. Verder waren er een kantoor, garderobe en toiletten. De filmzaal werd ingericht voor diverse activiteiten zoals optredens, films, tafeltennis en grote bijeenkomsten, terwijl de bovenzaal een rustige ruimte bood voor ontspanning en discussie. De officiële opening werd op 7 april 1979 verricht door burgemeester Bekius. Kort daarna werd het oude kleuterschooltje gesloopt.
Hoogtijdagen en sluiting
In de daaropvolgende decennia groeide i’Varca uit tot een regionaal begrip. Het centrum had in zijn hoogtijdagen (tussen 1995 en 2007) jaarlijks tot wel 2500 leden en trok op piekavonden ruim 500 bezoekers. Wekelijks waren ruim 150 vrijwilligers actief om alles in goede banen te leiden.
In 2013 moest i’Varca wegens teruglopende bezoekersaantallen zijn deuren sluiten. Op 24 juli 2014 brak er brand uit in het leegstaande pand, waarna de restanten werden gesloopt.
Een jaar na de sluiting verscheen een gedenkboek, ‘i’Varca – Verankerd in onze jeugd’, geschreven door Annet Westerveld en Marijn Kraaijenbrink en uitgegeven door uitgeverij Fagus. Het boek documenteert de geschiedenis van het jeugdcentrum vanaf de oprichting in 1974 tot aan de brand in 2014.
Eigenaren
GOLS-gebouw (ca. 1920-1928)
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1922
H-3525
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij
2110 m² landbouwloods, losplaats (dj. 1929: slooping)
1929
H-3525
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij
2110 m² losplaats
CLV-gebouw / i’Varca (ca. 1928-2014)
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1918
H-3503
Berendina Hendrika Gussinklo en cons.
580 m² houtopslag (dj. 1929: verkoop)
1929
H-3503
Coöperatieve Landbouw Vereeniging te Aalten
580 m² loods en houtopslag
1974
H-3503
Verenigde Landbouw Coöperaties “Slingeland”
580 m² loods en houtopslag
1976
H-3503
Harmen Jan Brethouwer, koopman
580 m² loods en houtopslag
1979
H-3503
“Stichting voor Sociaal-Kultureel werk” te Aalten
580 m² loods en houtopslag
1985
L-242
“Stichting voor Sociaal-Kultureel werk” te Aalten
1700 m² gebouw, erf
Adres
Adresboek 1934
Lintelo 141 > 159
Filiaal Coöp. Landb. Ver. Aalten
Adresboek 1967
Lintelo 159 > Halteweg 9
Filiaal Coöp. Landbouwvereniging
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
De Wenninkmolen is een korenmolen in Lintelo, in 1860 gebouwd voor de familie Wennink, hetgeen de naam van de molen verklaart. De molen bleef tot 1920 in handen van deze familie. Sinds 1973 is de molen eigendom van de familie Nijland. In 1984 is de molen gerestaureerd. Op 27 december 2007 werd de molen overgedragen aan de Stichting tot Behoud van de Wenninkmolen te Lintelo.
Omstreeks 1860 was er in Lintelo een soort wedstrijd om op twee plaatsen een molen te bouwen. H. Wennink won de race en had een klantenvoorsprong op wat later de ‘Moezemölle‘ werd genoemd. Wellicht is dat ook de reden dat de Wenninkmolen er nu nog staat en de andere niet. Wennink bleef tot 1890 eigenaar.
Nadat de molen in de vorige eeuw vanuit particuliere handen overgegaan was naar de coöperatieve landbouwvereniging, kon er geïnvesteerd worden om makkelijker te werken: de molen kreeg een wiekenkruis met het systeem Van Bussel en een Ten Haveklep. Ook werden de koppels stenen van de steenzolder gehaald; molenmaker Kreeftenberg stelde een maalstoel onderin de molen op, met aandrijving vanaf het spoorwiel, zodat de molen ook op die plek de steen kon aandrijven. Op de horizontale maalas onder de molenstenen kwam een riemschijf voor aandrijving vanuit de machinekamer, waar een zuiggas- en later een elektromotor stonden. Door deze opstelling zijn er acht wielen tussen wieken en maalsteen. De kammen zijn steeds van hout; enkele wielen zelf zijn van gietijzer. Naast de stenen heeft de molen een graan- en een meelelevator.
Op een metselsteen boven de kleine deur aan de noordzijde staat vermeld: E.F.A. 1860
Bij de zeer zware storm van 3 april 1973 raakte het wiekenkruis in zodanige staat dat er niet langer sprake was van een maalvaardige molen. Het heeft even geduurd voordat men overging tot herstel: in 1984 werd een nieuwe binnenroede gestoken, speciaal bestemd voor de Ten-Haveklep
Technische details
De roeden van de molen hebben een lengte van 23,88 meter. De door Groot-Wesseldijk gemaakte binnenroe is een in 1984 gelaste, ijzeren roede, die voorzien is van het Van Busselsysteem met Ten Have-kleppen. De 23,88 m lange buitenroede is een ingekorte potroede en heeft Oudhollands hekwerk met zeilen. De molen heeft één koppel maalstenen op de begane grond. Dit omdat er in 1936 namelijk een machinekamer gebouwd werd voor een zuiggasmotor, welke later vervangen werd door een elektromotor.
De 5 meter lange, gietijzeren bovenas is in 1867 gemaakt door ijzergieterij De Prins van Oranje te ’s Gravenhage en heeft nummer 500.
Sinds 1980 is alleen de windkracht (door middel van enkele extra overbrengingen) weer de enige bron van aandrijving. Verder zijn er nog enkele andere werktuigen in de molen aanwezig. Vrijwillig molenaars stellen de molen regelmatig in bedrijf.
Inmiddels is er geen motor meer aanwezig: het overgebleven koppel stenen op de begane grond wordt, net als luiwerk en mengketel, uitsluitend door de wind aangedreven.
Bij een luchtgevecht boven Lintelo op 8 januari 1943 komt in de nabijheid van het woonhuis van de familie Hiddink een zware bom terecht. Het huis wordt geheel verwoest en Gerrit Jan Hiddink, door bomscherven getroffen, is op slag dood. Zijn elfjarig zoontje Willem overlijdt enkele uren later.