Het oude gebruik van ‘brullefte neugen’ werd door de buurtvereniging in de Prinsenstraat weer opgevat, toen deze in 1937 een feest organiseerde ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard. Van links naar rechts het echtpaar Ter Maat en de ‘neugers’ Wolsink en Baan.
Op de hoek van Plein Zuid en de Industriestraat staat sinds 2022 het nieuwe pand van de Onderlinge Waarborgmaatschappij (OWM) Achterhoek. Daarvoor stond er een villa met aanbouw die dienst deed als kantoor voor o.a. Magis Marktonderzoek en de stichting ‘Vrij Zijn’.
Houthandel Te Paske
De villa was eind 19e eeuw gebouwd en kreeg in 1934 als adres Dijkstraat 64. Later werd het Plein Zuid 16. Hier woonde ooit Jan Berend te Paske en zijn gezin. Zijn houthandel/-zagerij zat ernaast, aan de Industriestraat. Rond 1920 liet hij een nieuw huis bouwen aan de overkant (van Plein Zuid), met de toepasselijke naam ‘De Overkant‘.
Onderlinge Waarborgmaatschappij (OWM)
Op 1 oktober 1851 sloten 13 Aaltense boeren hun eerste brandverzekering af bij de kort daarvoor opgerichte “Aaltense Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij”. Niemand gebruikte echter de lange officiële naam. Iedereen sprak over de “Onderling Brandkaste“, een naam die méér dan 100 jaar lang in de volksmond bleef bestaan. Zo gek was die naam “Brandkaste” trouwens niet. Immers de doelstelling van de oprichters was: elkaar financieel helpen wanneer één der aangesloten leden zijn bezittingen door brand was kwijtgeraakt. Iedere deelnemer betaalde een bijdrage, afhankelijk van de grootte van zijn boerderij en dat geld werd in een brandkast bewaard.
Brak er brand uit, dan had men (letterlijk) geld in kas om het slachtoffer schadeloos te stellen. Later ging men het geld beleggen bij een bank en daarnaast verstrekte men geld in de vorm van hypotheken aan leden-boeren. Op deze wijze bracht het geld, wat niet nodig was voor schadebetaling, rente op wat weer voor schadebetalingen gebruikt kon worden.
Die “Onderlinge Brandkaste” fungeerde eigenlijk als een vorm van georganiseerde burenhulp. Voor de oprichting, toen nog weinig boeren verzekerd waren, ging men in de omgeving collecteren om voldoende geld bij elkaar te krijgen om de getroffen buurman te helpen.
Maar de armoede onder de boeren sloeg in het midden van de vorige eeuw hard toe. Eén van de gevolgen was, dat een deel van de boeren ging emigreren naar Amerika. De achterblijvers gingen zich organiseren om samen het hoofd te kunnen bieden aan de moeilijke tijden. En zo ontstond dus ook de Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij.
Vanaf het prille begin is er een goede samenwerking geweest met de plaatselijke vrijwillige Brandweer. Er lagen (en liggen) ook erg veel draagvlakken. De brandweer rukt uit om de brand zo spoedig mogelijk te blussen en daardoor schade te voorkomen of in elk geval te beperken. Ontstaat toch schade, dan is er de Onderlinge Waarborg Maatschappij “Aalten”, zoals de naam sinds 1972 luidt, om de schade te vergoeden.
In de loop der jaren zijn er ook een aantal zaken samen geregeld. Daarvan zijn in de oude notulenboeken mooie voorbeelden te vinden. Zo had de brandweer op de buurtschappen in droge perioden vaak gebrek aan bluswater en juist tijdens droogte was de kans op brand het grootst. De boeren in de omgeving werden opgeroepen samen diepe putten te graven.
Om de medewerking van die boeren aan te moedigen gaf de Onderlinge voor elke door de commandant van de brandweer goedgekeurde put een bijdrage van f. 50,-. En dat was véél geld in die tijd! Bij vervanging van een oude brandspuit bleek dat de gemeente onvoldoende geld in kas had om de nieuwe spuit te betalen. De Onderlinge sprong bij met een gift van f. 2.500,-
In de loop der jaren is het werkterrein van de Onderlinge sterk gewijzigd. Men is niet langer een echt agrarische verzekeringsinstelling. Het aantal boeren is sterk afgenomen, maar de overgebleven bedrijven zijn enorm veel groter dan destijds. Thans is het aantal leden uit de burgerij, de middenstand en het overige bedrijfsleven vele malen groter dan het aantal boeren. Maar, dat verandert niets aan de goede samenwerking met de plaatselijke vrijwillige brandweer. Ook bij de niet-agrariërs breekt brand uit! De brandweer is er snel bij om de schade te beperken, de Onderlinge volgt direct om de ontstane schade te vergoeden. Beide werken ze in het belang van de gemeenschap, van U allen. We spreken de wens uit, dat dit nog lang zo mag blijven!
Nadat de OWM zo’n veertig jaar was gevestigd aan de Driessenshof, verhuisde men eind 2022 naar het huidige pand aan de Industriestraat.
Vroeger zaten hier o.a. de manufacturenwinkels van Peters, Brethouwer en Hooijdonk. In 1967 opende hier juwelier Meerdink. Tegenwoordig heeft het pand geen winkelfunctie meer.
Aalten kende ooit een beschuitfabriek, namelijk de ‘Aaltensche Beschuitfabriek E.J. Wijers’. De eerste vermelding die wij van deze onderneming vonden was een advertentie uit 1917.
Begin jaren 30 van de vorige eeuw had de beschuitfabriek blijkbaar opgehouden te bestaan. In de Graafschapbode van 4 maart 1932 vinden we namelijk het volgende bericht:
Vestiging eener nieuwe Industrie
Naar we uit zeer betrouwbare bron vernemen, heeft de heer Elsinghorst, fabrikant van fornuizen te Bocholt, de voormalige koek- en beschuitfabriek der firma Wijers gehuurd, met het doel ook in Aalten de fabricage van fornuizen ter hand te nemen. Daar deze firma hier te lande zeer goed ingevoerd is, worden, door hier te fabriceeren, de invoerrechten bespaard. Bij de fabriek wordt nog een opslagplaats gebouwd, terwijl waarschijnlijk ook een aansluitspoor zal gelegd worden. Een klein gedeelte dezer gebouwen, waarin een klompenfabriek is gevestigd, blijft als zoodanig bestaan. In dezen tijd van werkloosheid is de vestiging dezer industrie alhier zeer toe te juichen.
Op basis van dit bericht concluderen wij dat de beschuitfabriek waarschijnlijk gevestigd was aan de tegenwoordige Koopmanstraat, destijds Polstraat, op de plek / het terrein waar later de firma’s Martin en Garenveredeling Aalten (Agave) gevestigd waren.
In 1948 publiceert De Graafschapper een artikel waarin men schrijft dat de heer Leezer hier eerst zijn slachthuis heeft gehad, waarna het verkocht werd aan de firma Gebr. Wijers, die het pand verbouwde en er een beschuitfabriek van maakte. Nog later ging het over naar de firma Pothof, die het tot klompenfabriek promoveerde. In de oorlogsjaren werd het in beslag genomen door de Duitser Treppmann. Volgens het artikel zou de firma Koop Lenstra en Kramer uit Amsterdam er nu een machine- en apparatenfabriek willen vestigen.
Adresgeschiedenis
Adresboek 1934
Aalten D724 > Polstraat 62
Beschuitfabriek
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
De Graafschapper, 03-04-1917Aaltensche Courant, 23-04-1920Graafschapbode, 13-12-1929
Deze vrijstaande voormalige boerderij van het type hallehuis is gebouwd rond 1880 (mogelijk met een oudere kern). Het herinnert aan de periode dat dit voormalig agrarische gebied nog nauwelijks bebouwd was. Hoewel de voorgevel in 1935 vernieuwd is waarbij ook de oorspronkelijke indeling van de gevel werd gewijzigd, is de karakteristieke hoofdvorm van het gebouw goed bewaard gebleven. De oorspronkelijke agrarische functie is nog duidelijk afleesbaar. Het pand vormt dan ook een beeldbepalend element binnen dit gedeelte van de Prinsenstraat waar veel van deze oorspronkelijke bebouwing door de decennia heen vernieuwd is.
Eigenaren
Kadaster 1832
Prinsenstraat 26
Aalten I1007 Derk Jan te Stroete 106 m² huis en erf
Prinsenstraat 26a
Aalten I1006 Johannes Bouwmeester 77 m² huis en erf