Categorie: Emigratie

  • Lugubere aankomst in New York

    Lugubere aankomst in New York

    1854

    Tussen 1845 en 1880 vestigden zich honderden emigranten uit Aalten en Winterswijk in Clymer, een plaatsje in het westen van de staat New York. In 1854 vertrokken ook Berend Hendrik Legters en zijn gezin naar de Verenigde Staten, met Clymer als eindbestemming. Over hun reis doet binnen de familie nog steeds een luguber verhaal de ronde…

    Berend Hendrik Legters werd op 18 januari 1827 geboren op Klein Goorhuis in de Aaltense Heurne. Medio jaren 30 verhuisde het gezin naar Nieuw Hoornenborg op de Haart. Na het overlijden van zijn moeder, hertrouwde zijn vader in 1845 en verhuisden ze naar boerderij Koks in Ratum.

    Op 18 juni 1847 trouwde Berend Hendrik, wever van beroep, met Anna Catharina Hellekamp (Miste, 31 augustus 1810). Zij gingen wonen op haar ouderlijk huis, Hellekamp in Miste. In juni 1854 vertrokken zij met hun twee jonge zoons naar Amerika, samen met het echtpaar Oonk-Kortschot, dat ook op Hellekamp woonde.

    De overtocht naar New York duurde lang en was zwaar. Voor Anna Catharina werd het te veel; na 30 dagen op zee overleed zij, slechts enkele dagen voordat ze in New York zouden aankomen. Berend Hendrik had gezien wat er met de lichamen van overleden passagiers gebeurde: die kregen een zeemansgraf. Dat lot wilde hij zijn echtgenote besparen. Dus bedachten hij en zijn reisgenoten een list. Zij deden net of Anna ernstig ziek was en verborgen zo het feit dat ze was overleden. Ondanks ziekte werd er op je gerekend met het eten. Bijkomend voordeel was dus dat ze nu zelf een extra portie hadden!

    Eenmaal aangekomen in New York moesten ze via de loopplank het schip verlaten. Ze hielden de overledene tussen hen in en legden haar armen over hun schouders heen. Voorzichtig schopten ze tegen haar benen aan zodat het leek alsof ze zelf liep. De truc lukte en zo wisten ze haar veilig van boord te krijgen.

    Op de eerste begraafplaats die ze tegenkwamen lieten ze haar begraven, met de bedoeling haar stoffelijk overschot later over te laten brengen naar hun eindbestemming, Clymer. De eerste jaren hadden ze hier echter niet de middelen voor. Toen ze eindelijk genoeg geld hadden gespaard keerden ze terug om haar op te halen. Maar helaas, ze konden het graf niet meer terugvinden…

    Nadat weduwnaar Berend Hendrik zich met zijn twee zoontjes in Clymer had gevestigd, vroeg hij de dominee wat hij moest doen. Op zijn advies hertrouwde hij met Gesina Berendina “Minnie” Schreurs (Barlo, 20 april 1820), weduwe van Gradus Kobus. Zij overleed in 1865 en Berend Hendrik trouwde nog een keer, nu met Geertruida JohannaKate” Schreurs (Winterswijk, 13 december 1840). Berend Hendrik (Henry) Legters overleed op 25 januari 1910 in Clymer.

    Bovenstaande weergave van dit verhaal is gebaseerd op de hieronder genoemde bronnen. Deze bronnen bevatten echter uiteenlopende informatie over de gang van zaken. Wij hebben de (volgens ons) meest aannemelijke informatie gecombineerd tot bovenstaande versie. Aanvullingen/correcties zijn welkom!

  • De ramp met de Phoenix (1847)

    De ramp met de Phoenix (1847)

    In 1847 vertrok een grote groep Achterhoekers naar Amerika, in de hoop op een beter leven. Onder hen bevonden zich ook tientallen Aaltenaren. Vlak voordat zij hun eindbestemming bereikten vloog hun schip ‘Phoenix’ in brand op Lake Michigan. Naar schatting 250 tot 300 personen vonden daarbij de dood.

    Pas twee jaar oud was de prachtige houten boot genaamd ‘Phoenix’, die op 20 november 1847 met zo’n 175 Nederlanders, 23 bemanningsleden en een onbekend aantal andere opvarenden, opstoomde naar de westkust van het Michiganmeer. De landverhuizers aan boord kwamen uit Winterswijk, Aalten, Varsseveld, Apeldoorn, Holten en diverse andere plaatsen. Een dag later zouden ze in Sheboygan hun Beloofde Land bereiken na een afmattende bootreis. Kinderen werden voor het laatst in de hutten te slapen gelegd.

    Op 11 november was de Phoenix vertrokken uit Buffalo om via Lake Erie en Lake Huron naar Lake Michigan te varen. Slechts dertig mijl van hun bestemming verwijderd, voer de Phoenix de haven van Manitowoc binnen. Er werd wat lading aan land gezet, maar toen de kapitein merkte dat de weersomstandigheden te stormachtig waren, hield hij zijn schip in de haven tot het meer zou kalmeren. De bemanning ging aan land. Sommigen beweerden dat ze bij terugkomst dronken waren.

    Om één uur ’s nachts, het meer kalm, de nacht overspoeld met sterren, vertrok de Phoenix voor het laatste deel van de reis naar Sheboygan. Door de zware last raakten de stoomketels oververhit, maar de bemanning deed er luchthartig over. Tegen vier uur ’s nachts kwam er echter een dikke rook en stank van smeulend hout uit de machinekamer en werd alarm gegeven.

    Verbranden of verdrinken

    Vergeefs werd aan boord van de Phoenix nog getracht met emmertjes water de brand te doven. Maar het houten vaartuig brandde al gauw als een fakkel. Twee reddingsbootjes werden te water gelaten, waarmee 43 opvarenden de vijf mijl naar de kust wisten te overbruggen, de een met een klomp als roeispaan, vijfentwintig van hen waren Nederlanders.

    De overige passagiers hadden twee opties: verbranden of verdrinken. Ze sprongen in het water, maar maakten daar geen schijn van kans. Het water was ijskoud en ze raakten binnen minuten onderkoeld. Als men al kon zwemmen, dan nog was iedere poging om de kust te bereiken zinloos.

    Naar schatting tweehonderdvijftig tot driehonderd personen vonden de dood, inclusief bijna 100 kinderen. Het is verbazingwekkend hoe het handjevol overlevende landverhuizers er toch nog in geslaagd is een nieuw leven te beginnen. Ze moesten wel.

    Oud-Aaltenaren op de Phoenix

    Midden vorige eeuw trokken veel Achterhoekers om geloofsredenen weg. Het waren veelal afgescheidenen van de Ned. Hervormde gemeente, die zich hier vanwege hun vrijzinnig denken niet meer thuisvoelden. Zo ook de Achterhoekse opvarenden van de Phoenix, onder wie de Aaltenaren Brusse, Navis en Krajenbrink uit de buurtschap Lintelo.

    Uit overlevering zijn de namen van veertien personen uit Aalten bekend, die slachtoffer van de ramp werden. Over anderen tast men in het duister. Ze vertrokken op 16 augustus 1847 uit Aalten, samen met 78 anderen. Maar naar voorzichtige schatting zijn wel vijftig tot vijfenzeventig Aaltenaren omgekomen.

    Een lijst met (mogelijke) passagiers van de Phoenix en welke de ramp waarschijnlijk wel en niet hebben overleefd staat op de website dutchgenealogy.nl van Yvette Hoitink.

    Podcasts en documentaire

    Eind 2020 stuitte de Winterswijkse podcastmaker Joske Meerdink van Omroep Gelderland bij toeval op het verhaal over de ramp met de Phoenix. Het verbaasde haar dat ze het verhaal niet kende en merkte dat de ramp met de Phoenix bij haar dorpsgenoten ook vrij onbekend was. Daarop besloot zij in het verhaal te duiken.

    Tijdens haar zoektocht bracht Joske samen met documentairemaker Diny van Hoften een bezoek aan Sheboygan, waar ze spraken met nabestaanden van overlevenden van de ramp. Ook stapten ze aan boord bij een shipwreck hunter om te zoeken naar overblijfselen van de Phoenix (en vonden die ook!).

    Haar zoektocht resulteerde in een serie podcasts en een tweedelige documentaire. Deze zijn te beluisteren en bekijken bij Omroep Gelderland.

    Hier is ook de documentaire te zien die Omroep Gelderland begin 1998 uitzond over de Phoenixramp. In de documentaire, gemaakt door Sacha Barraud, wordt een groep Achterhoekers, waaronder Oud-Aaltenaar Evert Smilda, gevolgd die eind 1997 naar Sheboygan, afreist om de 150-jarige herdenking van de Phoenixramp bij te wonen.

  • Emigranten familie Navis

    Emigranten familie Navis

    De bakermat van de Achterhoekse familie Navis ligt in de Aaltense buurtschap Lintelo. De oudst bekende vermelding van de naam is in 1529, als Hendrik Naeves uit Lintelo twee tijnshoenderen levert aan zijn kasteelheer van Anholt. Boerderij Navis werd in 1997 al acht generaties door de familie Navis bewoond. Stamouders Jan Navis en Hermken te Bokkel pachtten de boerderij in 1730 als kerkeplaats van de NH kerk in Aalten. Onder de vele landverhuizers die in de afgelopen eeuwen onze streek hebben verruild voor verre oorden (met name Noord-Amerika), bevonden zich ook diverse afstammelingen van Jan en Hanneken Navis. Hierna volgt een samenvatting van wat wij weten van deze telgen uit het geslacht Navis.

    Christiaan Navis

    De eerste bekende emigrant uit het geslacht Navis was Christiaan Navis (Aalten, 12-02-1797), zoon van Jan Navis en Sophia Blekking. Hij huwde op 11-02-1824 te Winterswijk met Johanna Hendrika Linzij (Oeding (D), 13-11-1803). Ze kregen tussen 1824 en 1841 zes kinderen. Ze woonden in 1844 op ‘Tiggeloven’ in de buurtschap Dorpbuurt onder Winterswijk en vertrokken in dat jaar naar Noord-Amerika, waar ze op 27-07-1844 te New York met het schip ‘De Hoop’ aankwamen. Christiaan gaf als beroep op: steenhouwer.

    Hun oudste kind, Jan Willem Navis (1824), ging niet mee naar Amerika, maar vertrok naar Pruisen. Hun tweede kind, Janna Sophia Navis (1826), vertrok volgens het bevolkingsregister naar Aalten, maar is daar niet terug te vinden. Wellicht heeft zij zich bedacht en sloot ze alsnog aan bij de reis naar Amerika. Ongeveer 1846 huwde zij namelijk in Clymer, NY met Jan Willem Bekerink (Ratum, 1821). Ze overleed in 1892 en werd begraven in Fontanelle, Iowa.

    Dochter Christina Navis (1829) huwde ca. 1855 in de VS met Jan Hendrik Verink (Kotten, 1810) en overleed in 1895 in Muscatine, Iowa, waar zij ook werd begraven. Van de overige drie kinderen is vooralsnog niet bekend hoe het hen is vergaan.

    Ze kochten 25 acres land in Clymer, NY aan de Clymer-Sherman Road, lot 60. Dit verkochten ze later aan hun schoonzoon Jan Willem Bekerink. Deze staat in 1854 voor 15 dollar een kwart acre grond af om daarop de Clymer Hill Church te bouwen. Op 13 september 1854 werd de kerk ingewijd.

    Later vertrok de gehele familie naar Muscatine, Iowa.

    Janna Geertruid Elisabeth Navis

    Zij werd op 20-01-1808 geboren in Lintelo, dochter van Hendrik Jan Navis en Antonetta Elisabeth Hoftijzer. Zij huwde op 25-08-1831 in Varsseveld met Lammert Rademaker (1806) en overleed op 20-01-1888 te Milwaukee, Wisconsin.

    Kinderen van Hendrik Jan Navis en Janna Liefting

    Burning of the Phoenix
    De ramp met de Phoenix op Lake Michigan, 1847

    Willemina Navis, geboren op 20-03-1794 in Lintelo, weduwe van Derk Jan Navis, hertrouwde in 1827 met Roelof Doornink en zij vertrokken in november 1846 naar Noord-Amerika.

    Derk Willem Navis, geboren op 26-07-1801 in Lintelo, huwde op 08-07-1826 in Aalten met Johanna Rexwinkel (1802). Zij vertrokken met hun zeven kinderen en zijn toen al bijna 80-jarige moeder Janna Liefting in augustus 1847 naar Noord-Amerika. Op 21-11-1847 kwamen zij allen om op Lake Michigan, bij de ramp met de propellerstoomboot Phoenix.

    Evert Navis, geboren op 04-02-1809 in Lintelo, weduwnaar van Willemina Janssen, hertrouwde op 29-05-1845 in Aalten met Berentjen Navis, zijn nicht, geboren op 30-04-1813 in Lintelo (Marode) en dochter van Geert Navis en Harmina Lammers. Zij vertrokken in oktober 1846 naar Noord-Amerika.

    Berend Hendrik Naves

    Geboren op 05-06-1839 in Lintelo (Marode), zoon van Arent Naves en Dersken Tieltjes (neef van Berentje, Derk Willem en Evert Navis). Hij huwde op 13-05-1869 in Aalten met Willemina Johanna Ormel (1847) uit De Heurne en in september 1869 vertrokken zij naar Noord-Amerika.

    Arent Jan Navis

    Geboren op 01-12-1828 in Lintelo (Nieuw Navis), zoon van Garrit Jan Navis en Johanna Geertruid Heesen en aangetrouwde neef van Willemina Navis via vaders kant. Hij trouwde op 06-12-1851 in Dinxperlo met Aleida Theodora te Kampe (1820). Ze vertrokken samen met hun éénjarige dochter Theodora Johanna in 1854 naar Noord-Amerika.

    Kinderen van Berend Hendrik Navis en Johanna Huenink

    Arend Jan Navis, (1841-1924), vertrok op 17-12-1859 naar Pruisen waar hij in 1869 te Wertherbruch trouwde met Elisabeth Blecking. Zij stichtten een Duitse tak onder de naam Naves.

    Gerrit Jan Navis, geboren op 13-02-1854 in Aalten, vertrok in september 1869 van boerderij Den Bosch op de Haart naar Noord-Amerika. Hij huwde in 1876 in Sheboygan met Hendrica Graven, geboren 1852 in Town of Holland als dochter van eerdere emigranten, namelijk Berent Graven en Aleida Berendina Snoeyenbosch uit Aalten. Zij kregen zeven nazaten in Amerika. Gerrit Jan overleed op 07-11-1927 te Sheboygan.

    Het raadsel rondom Henry Navis

    Bij het samenstellen van ‘The Navis family 1838-1975’, een overzichtsboekje van een Navis-geslacht in Amerika, was het de familie nog onduidelijk wie hun grondleggers Henry Navis en Hendrika Klein Hesseling precies waren of waar ze vandaan kwamen.

    Dit valt te lezen in het volgende fragment uit dit boekje, vertaald uit het Engels:

    “Henry Navis, kwam als jongeman vanuit Europa. Het jaar, hoe oud hij was of waar vandaan is onbekend. Hij was een zwerver en niemand leek te weten wat hij deed toen hij in Wisconsin, Minnesota en Iowa en andere staten was.

    Hij trouwde Hendrika Klein Hesseling, maar hun trouwdatum is ook onbekend. Ook de ouders van Hendrika Klein Hesselink zijn onbekend. Wat wel bekend is dat er Klein Hesselings in deze staat waren die het woordje Klein lieten vallen en dat er een band is.

    Het is niet bekend hoeveel broers en zusters Henry had of wie zijn ouders waren. Dit is in het kort de geschiedenis van de man en vrouw die deze geweldige generatie van Navissen hebben gestart.”

    Raadsel opgelost

    Tussen 1982 en 1983 werd het raadsel rond de afkomst van Henry Navis en zijn vrouw Hendrika Kleinhesselink door genealogisch onderzoek opgelost en aan de nazaten in Amerika meegedeeld. Zij waren dolenthousiast, dat er na zoveel jaren duidelijkheid was gekomen over de afkomst van hun grondleggers in de VS.

    Henry Navis was op 30-09-1838 geboren als Gerrit Hendrik Navis in de Binnenheurne bij Varsseveld, als zoon van Gerrit Willem Navis en Dersken ter Horst. Zijn grootouders waren Geert Navis en Hermina Lammers, broer en schoonzus van Hendrik Jan Navis en Janna Liefting (zie voorgaande emigranten). Zijn vader Gerrit Willem overleed in oktober 1856, toen Gerrit Hendrik 18 jaar was. Kort daarna verdween hij uit huis en werd als ‘afwezig’ gemeld in het bevolkingsregister van Varsseveld. Hij overleed op 16-06-1922 in Amerika.

    Hendrika Kleinhesselink werd op 03-07-1830 geboren te Dinxperlo, als dochter van Jannes Kleinhesselink en Theodora ter Horst. Haar vader overleed in 1850 en zijn weduwe vertrok met haar acht kinderen in april 1856 naar Noord-Amerika. Hendrika Kleinhesselink overleed op 29-09-1903 in Amerika. Via de nazaten in de VS is bekend, dat Henry, na het overlijden van zijn vrouw weer ging zwerven.

    Kinderen van Gradus Navis en Dersken Vreemen

    Gerrit Jan Navis, geboren op 10-07-1845 in Lintelo, vertrok in april 1882, ongehuwd, naar Noord-Amerika. Hij werd in juli van datzelfde jaar gevolgd door zijn broer met zijn gezin en zijn zus met haar zoon:

    Bernardus Navis, geboren op 13-04-1841 in Lintelo, op 01-06-1876 in Aalten gehuwd met Berendina Frederika Fukkink (1857) met hun zonen Gradus Theodorus (1877) en Arent Jan (1881). Arent Jan huwde in de VS met emigrantendochter Minnie Voskuil (1881).

    Hendrika Johanna Navis, geboren op 16-01-1837 in Lintelo, ongehuwd moeder van Jan Willem Navis (1858). Jan Willem huwde in 1887 in Kansas met Dina Johanna Harmelink (Lintelo, 1864).

    De hele familie woonde tot hun emigratie bij elkaar op ’t Boske, met uitzondering van Jan Willem, die was knecht op ’t Spieker. Gerrit Jan huwde in 1884 in Wisconsin met Janna Aleida Krozenbrink (Barlo, 1861). Hij overleed in 1915 en werd begraven in Baldwin, Wisconsin.

    Naoorlogse emigranten

    In 1948 vertrok Derk Willem Navis (1917-2003), zoon van Johan Albertus Navis en Dela Nijman (uit de tak Arend), samen met zijn vrouw Antonia Wubbels (1918-1999) en twee kinderen naar Amerika. Hij was marechaussee geweest en vestigde zich in Wyoming, Minnesota als verkoper van bouwmaterialen. In Amerika werden nog twee kinderen geboren.

    Bronnen


  • Sporen van Brevoort in New York

    Sporen van Brevoort in New York

    In het jaar 1660 kwam ene Hendrick Janszen ‘van Brevoort’ met zijn vrouw en vier kinderen (3, 12, 16 en 17 jaar) naar Nieuw Amsterdam, het huidige New York. Destijds had men nog geen officiële achternaam, en in archieven werd iemand vermeld met voornaam, patroniem (Janszen, oftewel ‘zoon van Jan’) en de plaats waar men vandaan kwam (in dit geval ‘Brevoort’). Zij waren op 8/9 maart 1660 uit Amsterdam vertrokken met het schip De Moesman en kwamen aan voor 30 mei.

    Meer informatie over de Bredevoortse afkomst van deze Hendrick Janszen hebben wij vooralsnog niet. U wel? Dan horen wij het graag!

    Hendricks zoon Jan Hendrick (1644-1714) gebruikte vanaf 1696 de achternaam Brevoort. In de eeuwen die volgden zou het geslacht Brevoort in New York uitgroeien tot een bekende familie met aanzien en rijkdom.

    Jan Hendrick Brevoort kocht land in Harlem, waar hij in 1678 en 1679 de functie van opzichter bekleedde. Begin 18e eeuw verruilde hij Harlem voor het zuiden van Manhattan. Bij zijn overlijden liet hij zijn boerderij in de ‘Bowery‘ na aan zijn kinderen. Zijn zoon Hendrick (1670-1718) bezat uiteindelijk het grootste deel van de grond, dat vervolgens toekwam aan zijn zoon, eveneens Hendrick geheten (1711-1771). Deze breidde het bezit verder uit tot 30 hectare. Toen de familie Brevoort haar bezittingen opsplitste en grotendeels verkocht, leverde dit hen een vermogen op. Hoofd van de familie was toen Henry Brevoort (1747-1841).

    Henry Brevoort Jr.

    Brevort, Michigan

    Henry Brevoort Jr. (1782-1848) en zijn vrouw Laura Brevoort-Carson lieten een herenhuis bouwen op het restant van hun grond, aan 5th Avenue en 9th Street. Deze omgeving was juist in opkomst en de Brevoorts namen er een vooraanstaande positie in. Henry Jr. stond bekend als een literaire geest en hij was bevriend en correspondeerde met de schrijver Washington Irving (1783-1859). Daarnaast was hij vele jaren gemeenteraadslid.

    Henry Jr. was avontuurlijk aangelegd en reisde veel. Zo vergezelde hij Lewis en Clark op hun expeditie naar de Pacific Northwest van 1803 tot 1806 en bracht veel tijd door in de Noord-Amerikaanse wildernis, waar hij werkte voor John Jacob Astor’s American Fur Company. In het noorden van de staat Michigan, in Mackinac County, ligt een gehucht met de naam Brevort (foto links), naar Henry vernoemd, die het gebied in 1845 onderzocht, samen met zijn vriend Washington Irving.

    Met name in de stad New York verwijzen diverse plekken, straten en gebouwen nog naar de familie Brevoort. We noemen hier een aantal voorbeelden.

    De bocht in Broadway

    Kenmerkend voor Amerikaanse steden is het rechthoekige stratenpatroon. Afwijkingen van dit patroon komen echter ook voor. Wie het stratenpatroon van New York bestudeert ziet bijvoorbeeld dat Broadway, één van de bekendste straten ter wereld, ook een bocht maakt. Volgens overlevering zou dit te danken zijn aan één man, die vastbesloten was om zijn land te verdedigen.

    De 35 hectare grote boerderij van Henry Brevoort Sr. lag begin 19e eeuw aan de rand van de stad. Omdat de bevolking van New York toenam, kondigde het stadsbestuur in 1815 plannen aan om Broadway in een rechte lijn door te trekken naar 23rd Street. Hierdoor zou Brevoort’s land echter worden doorsneden. Hij protesteerde en het stadsbestuur zwichtte: Broadway werd afgebogen, zodat de boomgaarden van Brevoort’s boerderij werden ontzien, waar tegenwoordig 10th Street is.

    Appartementencomplex The Brevoort, Manhattan

    The Brevoort, New York

    In de buurt Greenwich Willage, hartje Manhattan, staat aan het begin van 5th Avenue een appartementencomplex genaamd ‘The Brevoort’. Het complex is gebouwd in 1955, telt 20 verdiepingen en 277 appartementen. Het gebouw verving het befaamde ‘Hotel Brevoort‘, ooit één van de meest toonaangevende hotels in New York. Hier verbleven de ‘rich and famous’ en soms zelfs koninklijke gasten. Ook stond het hotel bekend om de legendarische feesten die er plaatsvonden. Luchtvaartpionier Charles Lindbergh ontving in dit hotel de Orteig prijs van 25.000 dollar voor zijn solovlucht over de Atlantische Oceaan.

    Eén van de beroemdste bewoners van het huidige appartementencomplex ‘The Brevoort’ was Buddy Holly. Hij woonde er in 1958-1959, van zijn huwelijk tot hij noodlottig aan zijn einde kwam. Hij heeft hier de zogenaamde Apartment Tapes opgenomen.

    Sporen van Brevoort in Brooklyn

    Ook in stadsdeel Brooklyn zijn diverse plekken waar familieleden van de Brevoorts ooit land bezaten. Hieraan herinneren onder andere een straat (Brevoort Place), een appartementencomplex (de Brevoort Houses – 13 gebouwen van zeven verdiepingen met in totaal 896 appartementen), een Brevoort Playground en een Brevoort Post Office.

    Brevoort Place, Brooklyn, NY
    Brevoort Place, Brooklyn
    The Brevoort appartments, Brooklyn, NY
    Brevoort Houses, Brooklyn
    Brevoort Post Office, Brooklyn, NY
    U.S. Post Office Brevoort Station, Brooklyn

    Brevoort Theatre, Brooklyn

    Hoewel dit theater al lang is verdwenen, is het toch een vermelding waard. Het Brevoort Theater stond ooit op de hoek van Bedford Avenue en Brevoort Place. Bij de opening in 1918 was het de grootste bioscoop van Brooklyn, met 1800 zitplaatsen en nog eens 700 op het balkon. Het theater had ook een podium en een orkestbak.

    Hoewel er de eerste decennia vooral films werden vertoond, werd het Brevoort Theater rond 1960 bekend omdat er vele bekende artiesten optraden waaronder James Brown, Jackie Wilson, Otis Redding, Smokey Robinson & The Miracles, The Four Tops, The Temptations, Marvin Gaye, Stevie Wonder, The Supremes, Sam & Dave, Dionne Warwick, Gladys Knight & the Pips en Pattie LaBelle & the Bluebells. Deze periode duurde echter niet lang. Het theater sloot in de jaren 60 van de vorige eeuw voorgoed de deuren en werd in 1968 afgebroken.

    Bronnen


  • Aalten Avenue, Canvey Island

    Aalten Avenue, Canvey Island

    Verenigd Koninkrijk

    In het zuidoosten van Engeland, aan de monding van de Thames, ligt het stadje Canvey Island. Vier eeuwen geleden dreigde het in zee te verdwijnen, tot in 1622 Nederlanders te hulp schoten met hun ‘water management skills’. Na een succesvolle inpoldering bleven veel Nederlandse arbeiders er wonen, waaronder wellicht ook één of meer Oud-Aaltenaren.

    Begin 17e eeuw ontmoette Sir Henry Appleton, destijds de belangrijkste landeigenaar op Canvey Island, de Nederlander Joas Croppenburg. Deze stelde voor om Canvey Island op dezelfde manier droog te leggen als in Amsterdam was gedaan. In 1622 tekenden verschillende landeigenaren van Canvey Island een overeenkomst en Croppenburg huurde een andere Nederlander in, Cornelius Vermuyden, om het eiland in te polderen.

    Vermuyden recruteerde tussen de twee- en driehonderd landgenoten om de klus te klaren. Ze bouwden een reeks zeeweringen en maakten Canvey Island met succes bewoonbaar door 15 kilometer land terug te winnen door het eiland te omdijken met plaatselijk gewonnen krijt, kalksteen en zware moerasklei.

    Nederlandse kolonie

    Nadat Canvey Island was drooggelegd en beschikbaar voor zowel landbouw als om te wonen, besloten veel van de Nederlandse arbeiders die hadden geholpen het land terug te winnen, zich daar permanent te vestigen. Op Canvey Island ontwikkelde zich dan ook binnen enkele jaren een Nederlandse kolonie. Nederlands bleef zelfs de voertaal in Canvey tot ongeveer 1700.

    De Nederlandse kolonisten vernoemden allerlei wegen in hun nederzetting naar plaatsen van hun thuisland. Zo is er onder andere een Aalten Avenue, Zelham Drive, Goirle Avenue, Haarlem Road, Urmond Road en Waalwyk Drive.

    Er is vooralsnog geen tastbare connectie gevonden tussen deze geschiedenis en specifieke Oud-Aaltenaren die daarbij betrokken zouden zijn geweest. Hopelijk komt daarover ooit nog relevante informatie ‘boven water’!