Jans Betting

ontving een pauselijke onderscheiding

Johannes Josephus (“Jans”) Betting werd geboren op 15 mei 1871 in ‘huis no. 139‘ te Bredevoort, als zoon van Johannes Josephus Betting (wever) en Johanna Willemina Gördes. Op 4 juni 1903 trouwde hij in Aalten met Grada Hendrika Ubbink. Het paar ging inwonen bij haar ouders op ’t Zand. Jans werkte toen als ‘pakker’ bij H. van Eijck & Zoon te Bredevoort. Jans overleed op 28 januari 1956 in Winterswijk.

Een leven gewijd aan geloof en muziek

Het rooms-katholieke geloof liep als een rode draad door Jans’ leven. Hij was een zeer gelovig man: trouw kerkganger, koorzanger en organist. Elke zondag woonde hij de mis bij, zonder ooit één kerkgang over te slaan – zelfs niet als hij ziek was.

Vanaf zijn veertiende jaar zong hij in het herenkoor van de R.K. kerk in Bredevoort. Daarnaast vervulde hij decennialang de rol van organist. Vroeger maakte men bij het orgelspelen nog gebruik van blaasbalgen, die handmatig werden bediend. Dat werd vaak gedaan door jonge jongens en soms letten zij niet goed op… Dan stokte de orgelmuziek en fluisterde Jans: “Trappen, jongens!”

Pauselijke onderscheiding

In mei 1949 ontving Jans Betting een pauselijke onderscheiding. De Aaltensche Courant schreef:

Zondag j.l. herdacht onze plaatsgenoot, de heer J. J. Betting, tegelijk met zijn verjaardag het feit, dat hij 55 jaar het orgel in de R.K. kerk alhier heeft mogen bespelen.

Na de kerkdienst had de huldiging plaats in „Ons Gebouw”. De Muziekver. „Wilskracht” bracht de jubilaris allereerst een serenade. Vervolgens werd het woord gevoerd door Z. Eerw. heer pastoor Pierik, die de heer Betting recht hartelijk dank bracht voor al hetgeen hij op het gebied van muziek voor de parochie heeft gedaan. Spreker zeide verheugd te zijn namens Z. H. de Paus de hoge onderscheiding Pro exclesia et pontefice te mogen aanbieden.

Nadat een zangkoor zich had doen horen, kregen de vele aanwezigen gelegenheid de jarige jubilaris persoonlijk geluk te wensen.

J.J. Betting, Bredevoort - Aaltensche Courant, 17-05-1949
Aaltensche Courant, 17 mei 1949

Inbraken

Na Jans’ overlijden bewaarde de familie de onderscheiding in een brandkast. De familie koesterde het waardevolle kleinood, met gepaste trots. Dertig, veertig jaar later vonden drie inbraken plaats, waarbij bij één gelegenheid de brandkast werd ontvreemd, met daarin ongeveer ƒ 1.500 en enkele waardepapieren. Het grootste verdriet van de familie was echter het verlies van opa’s pauselijke onderscheiding.

Jaren later werd in het westen van het land tijdens een controle een verdachte auto aangehouden. De inzittenden bekenden meerdere inbraken, waaronder die bij Betting in Bredevoort. Ook gaven zij toe een brandkast te hebben buitgemaakt en verklaarden deze vanaf een brug bij Arnhem in de Rijn te hebben gegooid.

Een duikteam wist de brandkast uit het water te halen. Hoewel het geld en de papieren verdwenen waren, zat de pauselijke onderscheiding van opa Jans er wonder boven wonder nog in! De familie was buitengewoon blij met de terugkeer van dit kostbare kleinood.

Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.