Joodse ‘vondeling’, geboren in de onderduik

In de vroege ochtend van 21 september 1943 legt Piet Hoogenkamp, de assistent van de Aaltense huisarts tevens verzetsman Joop der Weduwen, voor het huis met adres Patrimoniumstraat 12 in Aalten een pakket neer. Op dat adres woont verzetsleider Hendrik Jan Wikkerink alias Ome Jan met zijn gezin. Er wordt aangebeld.

Het pakket blijkt een pasgeboren baby te zijn. Het is de zoon van Lena Jedwab-Kropveld en Yitzack Jedwab, rabbi (voorganger) van de Joodse gemeente in Aalten. Het echtpaar zat vanaf medio 1942 ondergedoken op de boerderij van de familie Veldboom in Lintelo. Verzetsleider Ome Jan en dokter Der Weduwen hebben het te vondeling leggen van tevoren zo afgesproken.

Vondeling

Dochter Jo Wikkerink vertelde daar later over:

“We wisten dat de bevalling op komst was en het baby’tje zou bij ons gebracht worden. Vader en moeder hebben het alleen aan de oudste drie verteld. De jongsten wisten niets. Ze konden dan ook niet hun mond voorbij praten. Vader en moeder hebben ‘s avonds in de donkere kamer gewacht. Het leek voor de buurt dan net of ze naar bed waren. Toen er werd aangebeld wisten ze dat het kindje er was. Ze hebben de jongsten uit bed gehaald en verbaasd geroepen: “Kom ‘ns kieken wat d’r now is!”

Het joodse kindje was dus in de onderduik geboren en werd drie dagen later door mevrouw Dela Wikkerink-Eppink met de naam ‘Willem Herfstink’ aangegeven en als zodanig in het geboorteregister van de gemeente Aalten ingeschreven. De naam was symbolisch gekozen. Willem verwijst naar Koningin Wilhelmina, Herfstink naar de eerste dag van de herfst (21 september) en het Saksische achtervoegsel ‘ink‘ betekent ‘behorend tot het erf of de familie van’.

Omdat zich om één uur ’s nachts slechts enkele personen – zoals artsen – op straat mochten bevinden, werd vier uur ’s ochtends opgegeven als tijdstip waarop de baby gevonden was. Hierdoor werd het onderzoek naar de herkomst van het kind aanzienlijk bemoeilijkt. ”Ik kwam wel eens ’s avonds laat met een dikke buik thuis met de trein. Dan had ik ‘contrabande’ bij me alsof ik hoogzwanger was. Toen Wimke op de stoep gelegd werd, zeiden ze dan ook: “Dat zeggen ze nou wel, maar het zal d’r wel ene van één van de meisjes zijn.”

Arisch verklaard

De volgende dag moest de dienstdoende gemeente-arts, dokter Knol, de vondeling onderzoeken. De baby was niet besneden en daarom gaf hij de verklaring af dat het kind 100% Arisch was. “De volgende dag is vader meteen naar Schepers gegaan, die schuin tegenover ons woonde (hij werkte bij te Paske). Vader wist: als ik het daar vertel, dan weet meteen iedereen in Aalten het. Achter ons, naast Vossers, woonde een NSB-vrouw. Die lag op haar knieën voor het wiegje van Wimke te kijken of hij wel Arische trekken had.”

Lennie en Yitzchak waren inmiddels verhuisd naar een andere schuilplaats in Lintelo. In juni 1944 verplaatste het verzet hen in een met hooi bedekte wagen naar het huis van Bernard en Gesina Wevers in de buurtschap Dale, achter de Ringweg, net buiten het dorp Aalten.

Aanvankelijk wilden zij het echtpaar Jedwab niet in huis opnemen omdat zij al onderdak boden aan evacués. Een dominee van de gereformeerde kerk bracht de vrome calvinisten op andere gedachten: hij predikte dat de vervolgden geholpen moesten worden.

Bernard, een timmerman, bouwde voor hen een kamer achter de kast waar ze al hun tijd doorbrachten. Mevrouw Wevers kookte voor haar Joodse gasten zoveel mogelijk volgens koosjere regels.

Willem was ondertussen liefdevol in het gezin van de familie Wikkerink opgenomen. Vooral moeder Dela en oudste dochter Lien Wikkerink zorgden voor ‘Wimke’ zoals zij hem noemden. Dela Wikkerink liep met de baby in de kinderwagen regelmatig naar het onderduikadres van de Joodse ouders in Dale. Ze nam vaak wat fruit uit de moestuin mee in haar tas. Er waren mensen in Aalten die zeiden: “Wat vrouw Wikker toch altied bi-j Wevers mot?”

Tegen het einde van de oorlog werden twee Duitse soldaten ingekwartierd in huize Wevers. Terwijl de soldaten in het huis waren, zaten Lena en Yitzack in stoelen in hun verborgen kamer en mochten ze niet bewegen of geluid maken, soms dagenlang.

Na de oorlog

Na de bevrijding in maart 1945 werd het gezin herenigd en kreeg de kleine zijn echte naam: Aron Jan Willem Jedwab. De naam Willem bleef bestaan en de tweede voornaam Jan verwijst naar zijn redder Jan Wikkerink. Koningin Wilhelmina kwam vrij snel na de oorlog naar Aalten en bezocht de familie Wikkerink om deze te eren voor hun daden in het verzet. Jo Bulsink-Wikkerink: “Ik zie Wilhelmina nog staan. Ze sloeg mijn opa op zijn schouder en zei: Wikkerink, u heeft een dappere zoon”.

Het jonge kind Willem kende zijn eigen ouders niet of nauwelijks. Jo Wikkerink – de tweede dochter in het gezin – trok toen een jaar lang in bij de familie Jedwab, zodat Willem iets makkelijker kon wennen aan zijn eigen ouders en nieuwe omgeving. Het gezin Jedwab emigreerde in 1947 naar de VS en daar veranderden zij hun achternaam in Jade.

Dela Wikkerink-Eppink met Aron Jedwab alias Willem Herfstink
Dela Wikkerink-Eppink met Aron Jedwab alias Willem Herfstink

Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

Patrimoniumstraat 12, Aalten
Patrimoniumstraat 12, Aalten
Koningsweg 2, Dale
Koningsweg 2, Dale (bron)
Aron Jedwab met Dick, Jannie en Ina Wikkerink (1943)
Aron Jedwab met Dick, Jannie en Ina Wikkerink, 1943 (bron)

Reacties

Eén reactie op “Aron Jedwab (Willem Herfstink)”

  1. gerrit schreurs avatar
    gerrit schreurs

    Deze informatie brengt mij in verwarring met die er te lezen is bij Koningsweg 2.Het zou best kunnen kloppen,maar is er meer info over??

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Let op: je reactie wordt openbaar getoond. Vragen, aanvullingen en/of correcties proberen wij zo spoedig mogelijk te verwerken. Daarna worden ze verwijderd, om ‘vervuiling’ te voorkomen. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *