Rotterdam, 17 augustus 1940

Rotterdam na het Duitse bombardement van 14 mei 1940
Rotterdam na het Duitse bombardement van 14 mei 1940

Dank zij de welwillende gastvrijheid van de Aaltensche Gemeente werden wij in staat gesteld circa 100 kinderen, grootendeels afkomstig uit geteisterd Rotterdam, naar Aalten uit te zenden, aldus de heer B. Hoving in de Rotterdamsche Kerkbode. Deze kinderen genieten nu ver weg van hun verwoeste stad van de vredige rust en goede verzorging, die Aalten hun nu biedt.

Reeds enkele weken zijn zij daar en de berichten die regelmatig doorkomen getuigen van offervaardigheid en bereidheid en zijn alle even geruststellend. Alles verloopt naar wensch en geen enkele Aaltensche pleegvader of pleegmoeder voelt zich ook maar eenigszins bezwaard. Een ieder streeft er naar en laat niets onbeproefd om het onze kinderen recht naar den zin te maken. Geen enkel ziektegeval noch heimwee-patiënten vallen te rapporteeren.

Uit een brief van den heer J. Hopman uit Aalten blijkt, dat de kinderen er een prettig onthaal hebben gevonden.

De Rotterdammertjes vertrekken

Aalten, 30 augustus 1940

Zes weken geleden plaatsten wij een foto van de aankomst van de eerste Rotterdammertjes. Sindsdien zijn er nog een flink aantal bij gekomen. Alles bij alles waren er ten slotte ruim 250 kinderen. Vanmorgen vond de aftocht plaats. De Rotterdammertjes verheugden zich over de reis, maar de meesten wilden dolgraag hier blijven. In „Elim” werd afscheid genomen door de Hervormde kinderen. Aan ieder kind werd een aardig souvenir aan deze vacantie ter hand gesteld. Een vulpen en potlood in étui door den heer F. Buesink, „Febea”, welwillend ter beschikking gesteld.

Het was een gezellige drukte. De kinderen verschenen hier, zoowel als de kinderen aan het station, waar de Gereformeerde en Chr. Gereformeerde kinderen zich moesten afmelden, in vol ornaat, dat in dit verband wil zeggen : met gemiddeld drie keer zooveel bagage als waarmede ze gekomen waren. Van alles en nog wat werd meegenomen als herinnering aan de Aaltensche vacantie-periode. Natuurlijk allerlei doozen, pakken en zakken met appels en peren, (wat een geluk, dat dat net allemaal rijp is), verder boeketten van allerlei soorten bloemen, die met de heibossen een hartelijk welkom thuis moeten geven.

Eén was er zoo gelukkig bij een vriendelijken bakker gelogeerd te hebben en dat had ten gevolge, dat de kleine nu met een krentenbrood naar huis gestuurd werd, dat bijna net zoo groot was als het Rotterdammertje zelf. Deze kleine, uit een gezin van tien kinderen, zal vanavond door zijn broertjes en zusjes zeker met gejuich worden ontvangen. Sommigen hadden de dierbare klompen met een touwtje om den hals en die klompen dienden weer tot het voorzichtig vervoer van een paar prachtige perziken.

Op het station was er een ongekende drukte, naar schatting waren er ruim 500 menschen aanwezig. Onder hen die afscheid namen merkten we op, Mevr. Monnik—de Waal Malefijt (Burgemeester Monnik was verhinderd aanwezig te zijn). Na veel passen en meten stonden de Rotterdammertjes in groepen verdeeld op het station. Ds. Th. Delleman sprak namens alle groepen een kort woord van dank. Spr. had niet durven hopen dat Aalten zoo gastvrij zou zijn geweest. Rotterdam is in veel dingen verarmd, maar uw liefde heeft ons rijk gemaakt. Nimmer zal Rotterdam vergeten de weldaad aan haar kinderen betoond, waarin zoo wonderlijk schoon is beleefd de liefde tot Christus. Allen hartelijk dank !

Met een hartelijk hoera voor Aalten onderstreepten de kinderen dezen dank. Tijdens het spreken rolde de lange trein waarin zich reeds een groep Rotterdammertjes bevond, die in Winterswijk hun vacantie hadden genoten, binnen, om dit ongewoon vroolijk transport te verwerken. Een laatste groet, een handdruk en een laatste gejuich en onder algemeen gewuif zette de trein zich met zijn kostbaren last in beweging.

Aalten is armer geworden. Het zal in vele gezinnen ongewoon stil zijn vanavond. Laat de herinnering aan het genoten geluk en de gezondheid en de rust, die we hebben mogen verleenen aan hen, die dat zoo hard noodig hadden, ons hart blijven verheugen.

Rotterdammertjes teruggekeerd

Rotterdam, 31 augustus 1940

ROTTERDAMMERTJES TERUGGEKEERD NA EEN VACANTIE VAN VIER WEKEN TE AALTEN

Luid gejuich steeg op uit den extra trein, die Vrijdagmiddag tegen vier uur 128 kinderen uit getroffen Rotterdamsche gezinnen in de Maasstad terugbracht De zwaaiende en roepende kinderen zouden het liefst maar ineens uit de raampjes van den trein zijn gesprongen om hun moeders, broertjes en zusjes te begroeten en hun te vertellen hoe zij het in den Gelderschen Achterhoek, in het vriendelijke dorpje Aalten, hadden gehad. Maar hoe groot hun verlangen naar het weerzien van familieleden ook was, de verantwoordelijke geleiders moesten eerst hun schaapjes tellen om na te gaan of er niemand meer ontbrak.

Nog tijdens het „appèl” kwamen de zoekende moeders langs de lange rij kinderen. En niet zoodra had men elkaar ontdekt, of daar toonden de kinderen wat zij zooal hadden meegekregen van hun pleegouders. Bijna allen hadden zij een doos met bloemen en geschenken bij zich, de één had een konijn, een ander een kip ontvangen en zelfs was er een Rotterdammertje getracteerd op een krentenbrood van… een meter lang! En iedereen had als aandenken aan het verblijf te Aalten een vulpen en een vulpotlood ontvangen.

De Aaltensche burgerij heeft de Rotterdammertjes dus wel verwend. Spontaan had men zich tot de Diaconie van de Nederduitsch Hervormde Gemeente gewend met het verzoek kinderen uit getroffen gezinnen tc sturen, om hun gedurende een maand een onbezorgde vacantie te bezorgen. In die lange vacantie hebben de kinderen, dank zij den predikant, ds. Klijn en het hoofd van de school, den heer Hopman, tal van mooie plekjes in den Achterhoek bezocht, terwijl ook door filmmiddagen voor de noodige afwisseling werd gezorgd.

Het behoeft nauwelijks te worden gezegd. dat de kinderen het in Aalten naar den zin hebben gehad. De kennismaking blijkt wederzijds in den smaak te zijn gevallen, want bij het afscheid nemen hebben vele Aaltensche pleegouders den kinderen voor het volgend jaar weer uitgenoodigd de vacantie bij hen door te brengen.

Bronnen

  • Rotterdamsch Nieuwsblad, 17-08-1940 (via delpher.nl)
  • De Graafschapper, 30-08-1940 (via delpher.nl)
  • Rotterdamsch Nieuwsblad, 31-08-1940 (via delpher.nl)

Reacties

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Let op: je reactie wordt openbaar getoond. Vragen, aanvullingen en/of correcties proberen wij zo spoedig mogelijk te verwerken. Daarna worden ze verwijderd, om ‘vervuiling’ te voorkomen. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *