Menu Sluiten

Christiaan Casper Stumph

Burgemeester (1811-1818)

Christiaan Caspar Stumph werd te Aalten gedoopt op 14 februari 1745, als zoon van Abraham Stumph en Elisabeth Ovink. Op 12 november 1780 trouwde hij met Jeanne Lesturgeon. Zij kregen ten minste één kind, Abraham Antoni. Deze zoon verdronk op 34-jarige leeftijd in de Slingebeek. In de volksmond werd gezegd dat zijn dood met liefdesverdriet te maken had.

In 1795 werd Stumph beschuldigd van de aanval op Ten Holte en gevangengezet. Een maand later werd hij vrijgelaten omdat zijn schuld niet bewezen was.

Stumph was goed bevriend met de Freule van Dorth die in 1799 te Winterswijk werd geëxecuteerd. Zeven uur voor haar dood schreef ze hem een brief: “Mijn Waarde Vriend Ik bedank uw zeer voor alle Vriendelijkheid aan mijn bewezen in dit leven. Ik schrijf [deeze] om 4 uuren, dus 7 uuren voordat mij het [leven], door een kogel zal benomen worden. De reijs van Groenlo etc. is oorzaak van mijn Dood. Ik vind in dezelve een verzoend God, troost mijn Ongelukkige Broeder die mij tot in de Dood benauwd. Weest zo goed en zegt een Eeuwig Vaarwel aan alle mijn bekenden. J.M.C.J. van Dorth.

De eerste burgemeester van Aalten

Na de inlijving van ons land bij Frankrijk op 10 juli 1810 werd naar Frans model de gehele bestuursmacht gewijzigd en gecentraliseerd. Er kwam een departementale organisatie met aan het hoofd van de departementen een prefect, aan het hoofd van de arrondissementen een sous-prefect en aan het hoofd van de gemeenten een maire (burgemeester).

Op 12 maart 1811 werd Christiaan Caspar Stumph aangesteld tot maire van het Canton Aalten. Men beschouwt hem daarom als eerste burgemeester van de gemeente Aalten. Hij behield deze functie tot 1 januari 1818 toen een nieuwe bestuursregeling tot stand kwam.

Stumph woonde op het Smees. Hij was rentenier en organist te Aalten, een integer man met vele verheven doelstellingen. Op 14 mei 1819 trouwde hij te Aalten op een leeftijd van 74 jaar met de 30-jarige Caatjen Weversborg. Voor zover bekend bleef hun huwelijk kinderloos.

Christiaan Casper Stumph was een man die graag pogingen deed een eind te maken aan bestaande misstanden. Eén van zijn grootste ergernissen was het begraven in de kerk of op het kerkhof binnen het dorp. Inderdaad leidde dit vaak tot onvoorstelbare toestanden. Meerdere malen ontstonden in de kerk verzakkingen in de vloer en bleven de eigenaren van deze graven, wat het herstel betreft, in gebreke. Wekenlang was er dan in de banken bij het betreffende gat niet te verkeren. Er kwam dan ook een regeling tot stand waarbij bepaald werd dat de kerkmeesters, in geval van nalatigheid, de nodige herstelwerkzaamheden mochten aanbesteden waarbij de betreffende plaats aan de kerk verviel.

Grafheuvel op het Smees

Ook op de begraafplaats rond de kerk was de toestand vaak slecht. Doordat lange tijd niet op “genoegsame” diepte begraven was kwamen regelmatig beenderen aan de oppervlakte. Een beenderoplezer verzamelde, voor twee schepel rogge per jaar, deze beenderen van tijd tot tijd en wierp ze in de “Beenhalle”, een huisje op het kerkhof aan de Markt-kant. Werd de voorraad te groot dan ruimde men deze op en maakte de muren schoon en herstelde deze waar nodig.

Met het verbeteren van de maatschappelijke toestand en de hogere eisen op het gebied van de hygiëne kwamen op dit terrein ook langzaam maar zeker veranderingen, o.a. de verplichting de graven voldoende diep te maken. Een wet om het begraven binnen stad en dorp te verbieden kon, in navolging van het buitenland, in ons land nog geen genade vinden. Tot de grote stap, te breken met alle tradities en de doden, vér buiten het dorp “zo maar ergens in de grond” achter te laten, kon men hier niet komen.

Stumph was voorstander van het begraven buiten het dorp, hij besloot in één der Smeesweiden een “Buitenbegraafplaats” te laten vervaardigen. In 1818 werd de stichtingsakte en wilsbeschikking opgesteld. Christiaan Casper Stumph overleed op 6 januari 1820. Zijn laatste wens was begraven te worden op het oude Smees en die wens werd ook ingewilligd. Deze plek is tegenwoordig nog steeds herkenbaar als grafheuvel, gelegen aan het Nannielaantje.

Burgemeester Stumph werd opgevolgd door mr. Arnoldus Florentinus Roelvink.

Leestip

‘Van Maire Stumph tot Burgemeester Stapelkamp’, door Leo van der Linde

2 reacties

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Let op: je reactie wordt openbaar getoond. Vragen, aanvullingen en/of correcties proberen wij zo spoedig mogelijk te verwerken. Daarna worden ze verwijderd, om ‘vervuiling’ te voorkomen. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde artikelen